top of page
  • filipvk

Een selfie van de Aarde

Bijgewerkt op: 27 jan.


De Aarde en de maan gezien door de NASA sonde OSIRIS-REx, vanop een afstand van vijf miljoen kilometer, oktober 2017




"Ik geloof dat de Kosmos leeft en bewust is"

- Iain McGichrist, neuropsychiater, auteur van ‘The Master and His Emissary -The Divided Brain and the Making of the Western World”, former Fellow of All Souls College, Oxford, an associate Fellow of Green Templeton College, Oxford, a Fellow of the Royal College of Psychiatrists, a Fellow of the Royal Society of Arts, a Consultant Emeritus of the Bethlem and Maudsley Hospital, London, a former research Fellow in Neuroimaging at Johns Hopkins University Medical School, Baltimore, and a former Fellow of the Institute of Advanced Studies in Stellenbosch.



"Door middel van bewuste wezens heeft het universum zelfbewustzijn gegenereerd. Dit kan geen triviaal detail zijn, geen klein bijproduct van hersenloze, doelloze krachten. We zijn echt bedoeld om hier te zijn."

- Paul Davies, auteur van “Mind of God: The Scientific Basis for a Rational World”,

Hij begon als onderzoeker in de theoretische sterrenkunde aan de Universiteit van Cambridge (1970-1972) en daarna docent (lecturer) Wiskunde aan King's College London (1972 – 1980). Zijn onderzoeksinteresses liggen op het gebied van kosmologie, qantumveld-theorie en astrobiologie. Hoogleraar natuurkunde aan de Arizona State University sinds 2006 en gasthoogleraar aan de University of New South Wales sinds 2015 en Imperial College London, Department of Bioengineering sinds 2014. Hij was hoogleraar Natural Philosophy aan de Macquarie University (2001-2006) en Universiteit van Adelaide (1993-1997). Eerder was hij hoogleraar mathematische fysica aan de Universiteit van Adelaide (1990-1993) en hoogleraar theoretische natuurkunde aan de University of Newcastle upon Tyne (1980-1990).

In 1995 ontving hij de Templeton Prize.



“We see the world piece by piece, as the sun, the moon, the animal, the tree; but the whole, of which these are shining parts, is the soul.”

- Ralph Waldo Emerson



Dit essay vraagt zo'n twintig minuten leestijd. Je kan ook luisteren naar deze audio versie, voorgelezen door mezelf.




Lieve vrienden, lezers en volgers van A Biosphere Project,


Bovenstaande foto van onze thuisplaneet heb ik al eens gedeeld naar aanleiding van mijn verjaardag, in een bericht op Facebook in oktober 2020. Het was een bespiegeling over vriendschap, sterfelijkheid, de pandemie, en onze verbondenheid op deze planeet in een eindeloze kosmos. Je kan die tekst overigens ook lezen bij de ‘essays’ op deze website.

Ik deel deze bijzondere foto van de Aarde nu nog eens, deze keer met een ander verhaal erbij.


Bij de citaten waar ik dit essay gewoontegetrouw mee begin, onder de foto, heb ik deze keer héél veel academische referenties opgegeven voor twee van de auteurs van deze citaten. Dat lijkt een beetje overdreven maar dat heb ik met opzet gedaan, waarom zal ik wat verderop uitleggen.


De foto is genomen op 2 oktober 2017 door ruimtesonde OSIRIS-REx, op een afstand van vijf miljoen kilometer van de Aarde. OSIRIS-REx was toen op weg naar de planetoïde Bennu om stalen te verzamelen van de rotsklomp die dateert uit de tijd dat ons zonnestelsel werd gevormd.

Ik werd herinnerd aan deze foto en mijn tekst van toen, door het nieuws dat OSIRIS-REx inmiddels na zeven jaar is teruggekeerd, en vanuit een baan om de Aarde een capsule heeft gelost die is geland in de woestijn van Utah, met aan boord bodemstalen van de planetoïde Bennu. De ruimtesonde zelf is inmiddels na een ‘zwaartekracht-slingshot’ rond de Aarde alweer op weg naar een àndere planetoïde, Apophis, waar ze in 2029 zal aankomen.


Ik vond het toen een ontroerende foto, en dat vind ik nog steeds.

De meeste beelden van de Aarde zijn genomen vanuit een ‘low orbit’, de afstand van de aarde waarop het ISS zijn rondjes rond de planeet draait. Die beelden zijn ook prachtig en indrukwekkend, maar zijn nog enigszins geruststellend: de Aarde is nog dichtbij en lijkt nog groot, een beetje zoals uit een vliegtuig maar dan veel hoger.


Dit beeld is vanop véél grotere afstand genomen, en toont hoe ‘klein’ onze thuiswereld is in de eindeloze ruimte.

Ik zet het woord ‘klein’ tussen aanhalingstekens, omdat de Aarde tegelijk ontzagelijk groot is. Het hangt maar af van het perspectief dat je hanteert.

Vanuit het perspectief van de ontelbare micro-organismen die onze grond vruchtbaar maken en de oceanen tot een soep van leven maken, is de Aarde zo groot als een universum.

En een interessant weetje is dat, op de schaal tussen de grootte van het zichtbare Universum en de schaal van het allerkleinste (de ‘Planck-schaal’, genoemd naar fysicus Max Planck), het menselijke lichaam ongeveer in het midden zit. Dat betekent dat het menselijk lichaam in verhouding tot de Planck-schaal zo groot is als het hele zichtbare Universum in verhouding tot het menselijke lichaam. In verhouding tot de Planck-schaal ben jij, lezer, dus zo groot als het hele Universum. Schaal is dus afhankelijk van het perspectief van waaruit je kijkt.

De afstand tot onze planeet is op deze foto nog klein genoeg dat je wat kan onderscheiden van het blauw van de oceanen, en de witte wolken.

Je kan nog zien en voelen dat het wel degelijk onze ‘Blue Marble’ is, die prachtige thuiswereld van ons. Maar je kan ook zien en voelen dat onze wereld begrensd is, en dat de condities buiten die grenzen niet meteen geschikt zijn voor leven zoals we dat kennen.


Maar ik wil dus echter niet het perspectief hanteren dat de Aarde ‘onbetekenend klein is in het eindeloze koude, lege, levenloze universum’. Ten eerste is, zoals ik al zei, schaal relatief.

En ten tweede is het perspectief dat we in een onverschillig en levenloos Universum leven, en dat de aarde, en wij, ‘verloren’ zijn in de grenzeloze leegte van dit levenloze Universum, òòk maar een perspectief. Zelfs het idee dat de ruimte ‘leeg’ is, is maar een perspectief, een verhaal.

Quantumfysicus David Bohm (waarover je kan lezen/luisteren/ kijken in mijn blogpost ‘De wetenschapper, de monnik en de filosoof’) stelde voor om het ‘vacuüm’ eerder het ‘plenum’ te noemen, omdat de ruimte zèlf eigenlijk vol is. Vol energie, vol informatie. Bohm stelde voor om onze perceptie om te keren: eerder dan de sterren en planeten te zien als puntjes in de leegte, stelde hij voor om de ruimte als de ‘volheid’ te beschouwen, waarin de sterren en planeten eerder ‘gaatjes’ zijn. De ruimte zelf als één groot organisme, waarbinnen wat wij ‘materie’ noemen gedijt in wat we haast een soort ‘baarmoeder’ zouden kunnen noemen. Want de ruimte is een ding, het is niet gewoon een afwezigheid van iets. Ruimte bestaat op de allerkleinste Planck-schaal uit een korrelachtige, ‘granulaire’ structuur, waarbij er een soort ‘basiseenheid’ ruimte te onderscheiden valt die niet verder opgesplitst kan worden in kleinere ‘stukken’. Maar de ruimte is ook niet statisch. Als een enorm orgaan kan ruimte rekken en krimpen, bijvoorbeeld onder invloed van zwaartekracht.

Dus eerder als de afwezigheid van iets, kan ruimte volgens de recentste ontwikkelingen in de wetenschap eerder gezien worden als een volheid, een organisme dat bovendien heel het Universum mogelijk maakt.


Een organisme dat bovendien een onvoorstelbare hoeveelheid energie bevat. Eén kubieke centimeter van het ‘vacuum’ of ‘plenum’ bevat evenveel energie als het zichtbare Universum.

‘Leeg’ kun je de ruimte dus alleszins niet noemen.

Stel je voor dat er geen ruimte was. Alle materie en alle sterren zouden op elkaar gepropt zitten in één klomp. Meer nog, er zou zelfs geen materie kunnen bestaan, want ook materie bestaat voornamelijk uit ‘lege’ ruimte. Een atoom bestaat voor 99,9999999 procent uit ‘lege’ ruimte.


Ruimte kan dus gezien worden als een volheid die bovendien heel het bestaan mogelijk maakt.

En het vacuüm (of plenum) bevat informatie, of ontstaat uit informatie. David Bohm sprak over het veld van informatie waaruit alles ontstaat als de ‘Implicate Order’, systeemfilosoof Ervin Làszlo noemt dit informatie-veld het ‘A-Veld’.

Daar zal ik een andere keer wat meer over vertellen, maar voor nu kun je onthouden dat de ruimte waarin onze planeet zich bevindt allesbehalve ‘leeg’ is.


Waarom is dit van belang?

Waarom, in een blog die over ‘ecologie’ zou gaan, aandacht schenken aan de interstellaire ruimte?

Ecologie is in essentie de wetenschap die de relatie van een organisme tot diens omgeving bestudeert.

Maar waar houdt die omgeving op? Gaat dat enkel over onze planeet en onze biosfeer? Heeft wat zich daarbuiten bevindt er dan niets mee te maken?

De studie van ecologie maakt duidelijk dat alles met alles verbonden is, en dat in het ecosysteem dat we onze biosfeer noemen, elk onderdeel naadloos verbonden is met het geheel, én dat het geheel meer is dan de som van de delen. Maar het is onmogelijk om te zeggen, “verder dan de grens van onze atmosfeer kijken we niet”, omdat heel dat organisme van onze biosfeer nu eenmaal naadloos verbonden is met het grotere geheel van het Universum. Je kan niet zeggen, tot daar en niet verder.


Bovendien is wat we doen en laten op onze planeet een gevolg van wat we geloven over onze planeet, en bij uitbreiding wat we geloven over het Universum. Wat we geloven doet ertoe, zoals systeemdenker Jeremy Lent zo mooi aantoont in zijn magistrale boek ‘The Web of Meaning’, en eco-filosoof Charles Eisenstein verkent in zijn meesterwerk ‘The More Beautiful World our Hearts Know Is Possible”, en neuropsychiater Iain McGilchrist in zijn ‘The Master and His Emissary -The Divided Brain and the Making of the Western World’. Wat we geloven over het universum en de ruimte waarin onze planeet zich bevindt, zal zich (grotendeels onbewust) uiten in de manier waarop we omgaan met het leven, met de planeet, én met onszelf.

Ecologie moet zich bezighouden met het hele universum, want onze planeet en onze biosfeer zijn daar mee verbonden en zijn er afhankelijk van. Zo wordt alle leven op Aarde mogelijk gemaakt door de energie van onze ster, de Zon. Onze ster maakt op haar beurt deel uit van een ruimer organisme, ons melkwegstelsel. En zo kun je maar door gaan.

Over de geschiedenis van wat we geloofden over het Universum kan er nog heel veel gezegd worden, maar dat houd ik voor een andere keer.

We moeten wel beseffen en terug gaan voelen hoe belangrijk het is wàt we geloven over het Universum.




Hoe we ons verhouden tot het Universum heeft ook een directe invloed op hoe we onszelf voelen en hoe we onszelf definiëren.

De grote Yogi Michael Singer, auteur van ‘The Untethered soul’ en ‘The Surrender Experiment’ (beide zéér aanbevolen lectuur) is één van de grote westerse ‘ontdekkingsreizigers’ in de wereld van de Oosterse levensbeschouwing en meditatie, en de bewustzijnsverruiming die daaruit kan voortkomen. Hij heeft als geen ander het Oosterse gedachtengoed en de spirituele praktijk van het Boeddhisme en Hindoeïsme vertaalt voor een Westers publiek, zonder evenwel te vervallen in de gemakzuchtige vervormingen die een bepaald soort self-help industrie kenmerken.


In elk van zijn boeken en ook in zijn lezingen legt hij heel vaak de nadruk op het feit dat een deel van zijn dagelijkse spirituele praktijk erin bestaat om zich zo scherp mogelijk bewust te zijn van het feit dat hij (en wij allen) zich bevindt op een heel kleine planeet (maar dat is dus relatief zoals ik aangaf) die in een eindeloos heelal rondsuist en die op haar oppervlak alles omvat waar wij ons druk over maken.

Zoals de foto van OSIRIS-REx voelbaar maakt, is de totaliteit van onze wereld niet zozeer of niet enkel onooglijk klein in relatie tot de omvang van het universum (houd alsjeblieft de relativiteit van dàt ook weer in gedachten), maar is die wereld ook ingebed in een groter geheel, en maken wij dus ook deel uit van dat groter geheel, like it or not. En aangezien we deel uitmaken van een groter geheel, heeft wat we geloven over dat grotere geheel een invloed op hoe we onszelf definiëren. En jezelf dagelijks bewust zijn van dat grotere geheel is een oefening die een verregaande verschuiving van perspectief kan teweegbrengen. Ik noem het ‘planetair bewustzijn’, het verruimen van het gevoel van plaats, identiteit en relatie van de onmiddellijke omgeving en van de dagdagelijkse persoonlijke ervaringen tot heel de Aarde, maar ook alles waarin die Aarde op haar beurt is ingebed.

Dat is een héél verregaande verschuiving, die niet in één keer kan gerealiseerd worden en die aanvankelijk veel weerstand of zelfs angst kan oproepen. Ik zal het in toekomstige blogposts nog hebben over die verschuiving van perspectief, en over oefeningen die daarbij behulpzaam kunnen zijn.


Het is een meditatie-oefening die ik me ook eigen heb gemaakt. De bedoeling van die dagelijkse oefening is dus niet dat we onszelf klein en onbelangrijk zouden voelen (want elk van ons is ook een universum), maar wel dat we onze grote en kleine beslommeringen grondig relativeren, dat we geen grote drama’s creëren wanneer dat meestal volstrekt onnodig en nutteloos is, en dat we niet vervallen in egoïsme, hebzucht, fanatisme of gewelddadige neigingen allerhande. Dat we onszelf niet alleen gekaderd weten in een véél groter geheel dat zich héél ver voorbij onze dagelijkse horizon uitstrekt, maar dat we onszelf ook verbonden en gedragen weten door datzelfde alles-overstijgende mysterie waar wij een deel van uitmaken.


Wie zou, in het volle besef (doorvoeld en niet enkel als mentaal concept) van onze positie in en relatie tot het Universum, een oorlog beginnen over macht of grondstoffen? Wie zou, in het volle besef van onze positie in het Universum en de betekenis daarvan, de eigen thuiswereld vernietigen terwille van korte-termijn financieel belang? Het lijkt me dat heel veel van de problemen in onze wereld te maken hebben met een acuut gebrek aan bewustzijn van onze plaats in en relatie tot het Universum. Integendeel, de mens heeft zich al héél lang afgesneden gevoeld van de eigen band met het grotere geheel, en in de plaats daarvan heeft de mens allerhande mentale ideologieën ingepeperd gekregen, bewustzijns-vernauwende ideologieën, zowel religieuze als seculiere, die alle uitgaan van het eigen gelijk en de noodzaak om het eigen bezit te verdedigen tegen en macht te verwerven over de ander en over de natuur.



Ik zou bij wijze van voorbeeld van het effect van overtuiging op je gevoel de volgende oefening willen voorstellen. Een oefening waarbij we een bepaalde overtuiging over het universum eens in het centrum van onze aandacht houden, en dan proberen opmerken wat voor effect die overtuiging heeft. Het is geen moeilijke oefening, maar het vraagt misschien wel een moment van rustige concentratie. Indien je een dagelijkse praktijk van mindfulness of meditatie hebt, kun je deze oefening mogelijk eens daarin integreren. Of je kan een andere manier vinden om enige rust te creëeren en in contact met je gevoel te komen.

Kijk nog eens naar de foto van de aarde bovenaan deze blogpost. En creëer vervolgens daar eens de volgende gedachte bij: “deze planeet is onbetekenend klein en alleen en verloren in een oneindig koud, leeg en vijandig universum”. Probeer eens te voelen hoe dat idee zelf voelt voor jou, en hoe dat idee jòu doet voelen.

Creëer vervolgens eens de gedachte: “deze planeet is een ongelofelijke mooie wonderlijke wereld die ingebed is en mogelijk wordt gemaakt door een nog wonderlijker organisme, dat intelligent en bewust is, en vol energie en informatie”. Voel vervolgens hoe dat idee voelt voor jou, en hoe dat idee jòu doet voelen.


Ja maar, kun je tegenwerpen, het eerste idee is wel de wààrheid, en het tweede idee is maar ‘wishful thinking’, een idee dat we creëren om onszelf te troosten in dat eindeloze levenloze koude universum. Bovendien is wat we ergens bij voelen irrelevant omdat emoties niets te maken hebben met wat er écht is.

Welnee, de overtuiging dat het eerste idee het juiste en het ‘wetenschappelijke’ is, is een verhaal dat in de negentiende eeuw is ontstaan, maar dat op geen enkele manier op ‘wetenschap’ gebaseerd is.

Zoals ik daarnet heb aangehaald, komt de wetenschap steeds meer tot het tegenovergestelde beeld: het hele universum als een organisme dat leeft, bewust is, en zelfs leert en evolueert. En de visie wint veld dat het ook geen toeval is dat wij hier zijn. In de nieuwe visie zijn wij hier als de manier waarop het universum zich bewust wordt van zichzelf, zoals gevierd astrofysicus Paul Davies ook stelde in het citaat aan het begin van dit essay.

En het idee dat wat we voelen irrelevant is, is òòk maar een verhaal. De scheiding tussen rede en emotie is ten dele een illusie, en zoals quantumfysicus David Bohm ook stelde is denken altijd ook een vorm van emotie en vice versa. Het idee dat we ons een beeld kunnen vormen van de werkelijkheid zonder ons gevoel daarbij te betrekken, is een dwaling en een verhaal dat ons erg in de problemen heeft gebracht. Zoals neuropsychiater Iain McGilchrist, die ik quoteerde (met zeer veel geloofsbrieven) aan het begin van deze blogpost ook stelt: elk begrip van de wereld moet ontstaan vanuit wetenschap, rede, maar ook intuïtie en verbeelding. Dus een oefening zoals ik jullie daarnet vroeg te doen is allesbehalve irrelevant. Wat we ons voorstellen over de wereld en wat we daarbij voelen, heeft een bepalende invloed op wat we doen en laten, en wat we mogelijk of onmogelijk achten.

We moeten ons terug kunnen verbeelden dat de Aarde leeft, en dat wij er zijn met een bedoeling, en dat het universum er is met een bedoeling. En die ver-beelding is geen fantasie maar een vorm van kennis.

Zoals filosoof Alan Watts het stelde: “de mens is symptomatisch voor het universum.”

Wij leven op een planeet die mensen voortbrengt zoals een appelboom appels voortbrengt. Wij leven in een Universum dat mensen voortbrengt, zoals een kerselaar kersen voortbrengt.


En beide bovenstaande ideeën, die ik later nog verder zal verkennen, komen tot uiting in de citaten bij de foto aan het begin van deze post, citaten die deze beide perspectieven onderschrijven. Beide citaten zijn afkomstig van zeer ‘gerespecteerde’ wetenschappers. Vandaar dat ik er, bijna ironischer-wijs, de overvloed aan ‘serieuze’ wetenschappelijke referenties aan heb toegevoegd.

We leven namelijk in een cultuur die alleen nog maar iets kan geloven als het van een ‘gerespecteerd’ wetenschapper komt (tenminste, zo was het want het wantrouwen tegenover die wetenschap neemt in een aanzienlijk deel van onze samenleving hand over hand toe). ‘Gerespecteerd’ betekent met een hoop referenties als degene die ik daarbij heb geciteerd. Niet voor niets noemen we zo’n referenties ‘geloofsbrieven’. Als je zo’n opsomming van belangrijke referenties kan voorleggen, dan zal ik geloven wat je zegt. Maar dat is òòk een verhaal. Het verhaal van hoe we autoriteit toekennen aan mensen om te bepalen wat werkelijk is en wat niet. En over dat verhaal zal ik het later ook nog meer hebben.


Ja maar, kun je alweer tegenwerpen, er zijn ook wetenschappers met even indrukwekkende geloofsbrieven die nog het tegenovergestelde beweren: dat het Universum zinloos is, een gevolg van een ongeluk, een anomalie. Dat het ontstaan van leven een toeval was, en dat de evolutie van dat leven gewoon een gevolg was van een vreselijke ’survival of the fittest’ in een wrede natuur die zielloos is. Dat leven gewoon een mechanisch proces is dat ook geen zin of betekenis heeft. Dat jouw bewustzijn ook maar een illusie is in je hersenen, een illusie die evolutionair voordeel bood in de eindeloze strijd tegen alle andere organismen, meer niet. Dat heel het universum een stom mechaniek is en het bestaan een oefening in zinloosheid, die zal eindigen door entropie in een eindeloos zwart Universum waarin uiteindelijk niets zal overblijven.

Die stelling lijkt overigens nog steeds de meerderheidsopinie in de wetenschappelijke wereld.

Maar eigenlijk hebben we momenteel geen idee van wat de échte meerderheidsopinie is in de wetenschappelijke wereld, omdat veel wetenschappers niet openlijk durven zeggen wat ze eigenlijk denken, uit vrees voor repercussies voor hun reputatie en carrière. Bepaalde opinies zijn nog steeds taboe in de wetenschappelijke goegemeente, reden te meer om ‘gerespecteerde’ wetenschappers als Paul Davies en Iain McGilchrist te waarderen voor hun moed om onomwonden te stellen wat vele van hun collega’s nog niet durven. Zoals Paul Davies het stelt: "De overtuiging dat er 'iets achter dit alles zit' is er één die ik persoonlijk deel met, ik vermoed, een meerderheid van de natuurkundigen."

Maar de meesten van die fysici zullen dat nog niet openlijk durven beweren.

Het is nog niet zolang geleden dat John Maddox, hoofdredacteur van het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift Nature, opriep om de boeken van befaamd bioloog Rupert Sheldrake openbaar te verbranden. Sheldrake, een alumnus van Cambridge met uitstekende ‘geloofsbrieven’ zoals de twee eerder geciteerde wetenschappers, maar die de euvele moed had om al enkele decennia geleden zaken te verkondigen die lijnrecht ingingen tegen de heersende dogma’s van de wetenschappelijke goegemeente. Boekverbrandingen, als dat associaties oproept met religieuze vervolging dan is dat geen toeval. John Maddox verklaarde zelfs expliciet: "Sheldrake kan veroordeeld worden in precies dezelfde taal die de paus gebruikte om Galileo te veroordelen, en om dezelfde reden. Het is ketterij." Wetenschap als instituut heeft alle kenmerken van een religie gekregen, met dogma’s en geboden en verboden, in tegenstelling tot de wetenschappelijke methode die niet anders kan dan alles in vraag stellen. John Maddox vergat bij zijn boude uitspraak ook even dat Galileo wèl gelijk had. Maar het instituut wetenschap en de wetenschappelijke methode zijn twee verschillende dingen. Maar daarover ook meer later.

Maar, om op ons eerdere dilemma terug te komen, wie moet je dan geloven? Beide ‘kampen’ hebben uitstekende of verbluffende geloofsbrieven van onze instellingen die bepalen wie ‘geloofwaardigheid’ krijgt toegekend en wie niet.

Wel, als je eens zou geloven waar je het beste gevoel bij krijgt? Wat je zin geeft om te leven en het gevoel dat je onderdeel bent van iets héél groots dat wonderlijk en mysterieus is? Wat als je dàt zou geloven wat je het gevoel geeft dat alles met alles verbonden is in een wonderlijke dans zonder einde?


Zoals Alan Watts het stelde in zijn wonderlijke seminarie ‘What is Reality’ (dat je in zijn geheel kan beluisteren in de blogpost Verstoppertje spelen met Alan Watts), het verhaal dat je gelooft moet de moeite waard zijn om op te wedden. Waarom zou je, als de data in gelijke mate in de richting van twee mogelijkheden wijzen (één positief en één negatief), er voor kiezen om te geloven in een verhaal dat uitsluitend negatief en nihilistisch is? Waarom wedden op een verhaal waar je eigenlijk niet in wil leven? Waarom zou dat een goede keuze zijn? Omdat het ‘de waarheid’ is? Maar het is allerminst ‘bewezen’ dat het nihilistische verhaal het juiste is! En de data wijzen zelfs niet in gelijke mate in de richting van beide mogelijkheden.

Integendeel, dat àndere verhaal, dat het Universum leeft en bewust is, en dat jij er niet zomaar bent, dat verhaal wordt meer en meer bevestigd door de nieuwe wetenschappelijke ideeën en modellen die opdoemen. Want dat blijft ook een basis voor een keuze over wat te geloven: stemt het overeen met wat we waarnemen in proefondervindelijke experimenten?

En de voorstanders van het wereldbeeld dat uitgaat van zielloze zinloosheid en mechanische doodsheid, en dat eigenlijk nog helemaal terugvalt op negentiende eeuwse wetenschap, hebben geen enkel empirisch bewijs voor hun standpunt. Integendeel, verifieerbare en herhaalbare experimenten vertellen ons vandaag de dag een heel ander verhaal over materie, over energie, over bewustzijn, en zelfs over over overtuiging en het effect daarvan op de werkelijkheid. Daarom ging de Nederlandse natuurkundige en systeemtheoreticus Bernardo Kastrup zo ver om deze visie van materialisme 'flauwekul' te noemen en gaf hij een van zijn boeken zelfs die titel. En de voorstanders van een andere, nieuwe visie op de aard van de werkelijkheid krijgen steeds meer gelijk op alle fronten in nieuwste experimentele data. Maar ook daarover (véél) meer een andere keer.



Meer en meer wetenschappers komen dus tot de conclusie die neuropsychiater en auteur Iain McGilchrist en natuurkundige, quantum-fysicus, wetenschapsfilosoof, astrobioloog en astrofysicus Paul Davies hier verkondigen: het Universum is levend én bewust, en wij zijn hier niet zòmaar. Ook al is dat een stelling die nog allerminst aanvaard wordt in de wetenschappelijke gemeenschap als geheel (tenminste, in het publiek dus. Achter de schermen geloven waarschijnlijk veel meer wetenschappers dit dan dat openlijk wordt gezegd)

En ik zal deze twee stellingen en de wetenschap die deze stellingen bevestigt gaandeweg verder verkennen in deze blog en essays. Omdat het naar mijn mening essentieel is dat we dat terug kunnen geloven en voelen. Het is naar mijn mening een essentieel onderdeel van de paradigmaverschuiving die er zit aan te komen. Als we terug kunnen geloven dat we er zijn met een reden, en dat we leven in een Universum dat leeft en bewust is, hebben we een kans om echt van koers te veranderen en onze beschaving echt terug een gronding te geven in een overtuiging die ons en onze wereld terug betekenis geeft.


Als het waar is dat we er zijn met een reden, als het waar is dat we de manier zijn waarop het Universum zich (meer) bewust wordt van zichzelf, en als het waar is dat de Aarde ons voortbrengt zoals een appelboom appels voortbrengt, dan kunnen we de foto aan het begin van deze post, en die hieronder aan het einde, beschouwen als ‘selfies’ van onze Aarde, aangezien wij een intrinsiek deel zijn van de Aarde en haar ecosysteem. Als wij er zijn met een reden, dan heeft de Aarde ons ‘gegroeid’, als appels, met een reden. Misschien is één van de redenen dat de Aarde ons heeft voortgebracht precies dat: om zichzelf zò eens te kunnen zien, als in een spiegel.

En de Aarde mag tevreden zijn met haar selfie, want ze is een schoonheid en dat blijkt uit élke foto.

De Aarde zal ook wel kopzorgen hebben met ons, want we zijn dingen aan het doen die niet goed zijn voor haar gezondheid. En zo zijn we weer bij ecologie beland. Hoe zouden we ooit zorg kunnen gaan dragen voor de wereld als we ten gronde geloven dat die wereld een zin- en zielloze klomp materie is? Het wetenschappelijk reductionisme kàn haast niet anders dan ons ertoe brengen diezelfde wereld te vernielen. Het idee dat een nihilistisch wereldbeeld kan leiden tot een bloeiende beschaving die in harmonie en synergie met haar omgeving leeft, is een vreemde kronkel. Je zou evengoed kunnen verwachten dat een suïcidale drugsverslaafde goed gepositioneerd is om gelukkige kinderen groot te brengen.




Tot slot zou ik nog een oefening willen voorstellen: kijk nog eens naar beide selfies van de Aarde, en probeer je voor te stellen dat deze planeet niet alleen leeft, maar dat jij er een persoonlijke band mee hebt. Je bent er immers uit gegroeid, in de woorden van Alan Watts zoals een appel uit een appelboom groeit. Zoals een kindje uit een baarmoeder groeit. Probeer eens te voelen hoe dat beeld voelt voor jou.

Hoe voelt het beeld dat je niet als een wees vertoeft op een vreemde en onverschillige wereld, maar dat je voort bent gekomen uit dit wonderlijke organisme dat onze biosfeer is, en dat je er ook onlosmakelijk mee verbonden bent, en dat jij zelf een uiting bent van de onvoorstelbare creativiteit van die biosfeer, die zo’n uitzinnige verscheidenheid aan leven en schoonheid heeft voortgebracht van zo’n onvoorstelbare complexiteit en samenhang. Zelfs een ééncellig wezen is ongelofelijk wonderlijk en complex als je van nabij kijkt, en één soeplepel vruchtbare grond bevat zo’n zes miljard van die organismen. En als we van daar naar de complexiteit van jòuw lichaam gaan, dan schieten woorden te kort om de onvoorstelbare harmonie en complexiteit te beschrijven van het universum dat jij bent. En dat heeft onze biosfeer, die mooie planeet op deze prachtige selfies, allemaal voortgebracht. En niet zòmaar.

Probeer te voelen dat je onlosmakelijk verbonden bent met heel deze levende planeet, zoals de cellen van je lever of je ruggenmerg onlosmakelijk met jou verbonden zijn. En probeer je voor te stellen dat jij een functie hebt in heel dat organisme, zoals de cellen van je lever of ruggenmerg een functie hebben in jouw lichaam.


De mens voelt zich vaak verloren en ‘geworpen in’ een vijandige wereld. Maar dat is een verhaal, dat we ons verbeelden. We kunnen een ander verhaal creëren, verbeelden én beleven. En dat andere verhaal zal geen ‘wishful thinking zijn of ‘onwetenschappelijke fantasie’. Nee, het zal een juistere benadering zijn van wat werkelijk is, dan het verhaal dat we nu doorgaans creëren. En het zal mogelijk maken dat wij onze planeet, waaruit wijzelf zijn gegroeid als appels uit een appelboom, anders gaan behandelen. En dat we onszelf anders gaan behandelen.


Het ga jullie goed,

Met veel liefde voor jullie én voor onze thuiswereld,

Filip



De Aarde gezien door de NASA sonde OSIRIS-REx,




bottom of page