top of page
  • filipvk

Het komt allemaal goed - Mijmeringen en Meditaties




"Dingen komen goed - misschien alleen niet op de manier die je had gepland."

Rick Riordan




"Ik geloof in intuïties en ingevingen... Ik VOEL soms dat ik gelijk heb, eerder dan dat ik WEET dat ik gelijk heb."

Albert Einstein




"Als je beseft dat alle dingen veranderen, is er niets waaraan je zult proberen vast te houden. Als je niet bang bent om te sterven, is er niets dat je niet kunt bereiken."

Lao Tzu




"Het is onze taak om te luisteren naar het nieuws dat altijd aankomt vanuit de stilte."

Rainer Maria Rilke









Beste lezers en volgers van A Biosphere Project,

Ik wilde deze week eigenlijk nog verder ingaan op de perspectieven die kunnen opkomen als we onze Aarde van buitenaf bekijken, maar ik had afgelopen week een inzicht, een ervaring, of een intuïtie zo je wil, die ik wilde delen met jullie.


Ik zei het al toen ik met deze reeks mijmeringen begon: ik volg mijn intuïtie en mijn hart, en ik zie wat er opkomt. 

En de ingeving die ik kreeg was wel bijzonder, en relevant voor wat ik probeer te vertellen in deze blog. Dus laat ik even delen met jullie wat me overkwam vorige week.







Er waren twee delen aan deze ervaring. Over het eerste deel van die ervaring zal ik het een andere keer hebben. Het tweede deel volgde onmiddellijk daarop, onaangekondigd en helemaal niet ten gevolge van iets waar ik op dat moment over nadacht. Zoals dat zo vaak gaat met intuïtieve ingevingen.


Het tweede deel van de ervaring was een plots, intens, bijzonder sterk gevoel dat 


Alles goed komt.


Het was een woordeloze ingeving, een soort weten dat zich onaangekondigd manifesteerde terwijl ik eigenlijk aan heel gewone dingen aan het denken was. De woorden kwamen pas wat later. 

Ik bevond me op nogal grote hoogte met een mooi uitzicht, en mogelijk was dat één van de factoren die de ruimte creëerde waarbinnen dat inzicht zich kon manifesteren. 

Rust, ruimte en schoonheid zijn vaak aanleidingen tot inzichten, revelaties of intuïties die in onze drukke dagelijkse leven vaak vruchteloos onze aandacht proberen trekken door middel van synchroniciteit of kleine of grote signalen allerhande, maar die we niet opmerken omdat we zo druk doende zijn met al de dingen waarvan we denken dat die zo belangrijk zijn dat we ons ervaren van het leven zelf ervoor opzij zetten. 

Maar ik was ontvankelijk op dat moment, ik was niet echt iets aan het doen, ik was niet doelbewust bezig met wat dan ook, en was hooguit wat aan het mijmeren over de schoonheid die ik zag. 

En opeens was het daar, dit inzicht, met een zekerheid en een helderheid die buitengewoon voelden:


Het komt allemaal goed!


Het is een gevoel dat ik nog niet eerder bewust heb beleefd met zulke kracht en zekerheid.

Tenslotte ben ik al een viertal jaar intens verdiept in research omtrent alle mogelijke manieren waarop wij onze planeet, onze biosfeer en onszelf aan het vernielen zijn, en omtrent alle mogelijke manieren waarop het slecht kan aflopen zowel voor onszelf als voor onze prachtige thuis, deze wonderlijk mooie planeet van ons, Gaia, Pachamama, moeder Aarde. 

Toch ben ik nooit zonder hoop. Als ik dacht dat de situatie hopeloos was, zou ik ook niet gestopt zijn met schilderen om te beginnen met dit project. Als ik geen hoop had dat het goed kan komen met ons en onze planeet, zou ik gewoon nog genieten van wat wij hier nog kunnen ervaren voor alles instort, en zou ik niet de moeite getroosten om een bijdrage te proberen leveren aan de transities die ons wachten. 


Maar tegelijk ben ik me bewust van de enormiteit van de uitdagingen waar we voor staan. Het is verre van vanzelfsprekend dat we het gaan redden, en vele experts en systeemdenkers die zich bezighouden met de convergentie van crisissen in onze biosfeer zijn van mening dat we, als we het gaan halen, we door het oog van de naald gekropen zullen zijn. 

Dus zo’n plotse ingeving, een aan zekerheid grenzende intuïtie en gewaarwording dat alles goed komt, kwam toch wel wat binnen als een donderslag bij heldere hemel. Het verraste me en het onmiddellijk daarop volgende gevoel was er één van blijdschap en iets wat ik haast een soort ongelovige euforie zou noemen, maar het was een rustiger gevoel dan euforie, eerder een soort kalme overtuiging.


Het komt allemaal goed.







Wat een mooie overtuiging, toch. 

En een overtuiging die kracht kan geven, en inspiratie en hoop en daadkracht. 

Want naar mijn gevoel betekende die ingeving niet: alles komt sowieso goed, relax maar iedereen, geen vuiltje aan de lucht. We kunnen met z’n allen gewoon verder doen zoals we nu doen, en de voorzienigheid lost alles wel op voor ons. 

Nee, want zoals historicus, ontdekkingsreiziger en activist Robert Swan zei: “De grootste bedreiging voor de planeet is het geloof dat iemand anders haar zal redden”. Nee, het zal niet vanzelf gaan, en het zal niet iemand anders zijn die de planeet zal redden. We, the people zullen dat moeten doen.

Nee, ik voelde op dat moment ook dat het goed komt enkel als we met z’n allen ook daadwerkelijk alles gaan doen wat maar enigszins menselijk mogelijk is om tot een transitie te komen naar een samenleving in harmonie met onze biosfeer, een beschaving die naam waardig. En dat is een onderneming die haast bovenmenselijk kan lijken, eens je in kaart brengt wat er allemaal nodig zal zijn. 


Het gaat niet goed komen door meer technologie, of door miljoenen elektrische auto’s te produceren of honderdduizenden windmolens of meer kerncentrales te bouwen. Méér technologie gaat ons niet redden, zoals energie-expert Richard Heinberg zo helder stelt in dit essay.

Nee, als we het gaan redden, zal dat omwille van iets anders zijn: door een transformatie van ons bewustzijn, onze perceptie van de wereld, en onze manier van samenleven, onze manier van richting geven aan onze samenleving die nog maar weinig zal lijken op wat we nu ‘politiek’ noemen. Door een wakker worden van de mensheid en een besef dat we als mensheid een organisme moeten gaan vormen dat gebaseerd is op synergie, eerder dan een verzameling groepen die in genadeloze competitie verwikkeld zijn. En door een realisatie dat iedereen mee verantwoordelijk is voor nieuwe vormen van wat ‘governance ‘ wordt genoemd in het Engels. Governance is niet hetzelfde als ‘government’ of regeren. Governance gaat daaraan vooraf, en vormt de basis van een bepaalde manier om aan politiek te doen. En zoals sociaal filosoof Daniel Schmachtenberger aangeeft, zullen we systemen van ‘governance’ nodig hebben die volstrekt nieuw zullen zijn, die nog nooit bestaan hebben omdat we nog nooit zijn geconfronteerd geweest met een crisis die kan leiden tot een ‘extinction event’ oftewel het uitsterven van onze soort. 


Maar ik wil nu niet ingaan op de meer technische aspecten van hoe we het gaan halen of de ingrepen die nodig zullen zijn om de mogelijkheid te creëren dat alles goed komt. 

Eerder wil ik nog even blijven mijmeren over dat gevoel of die realisatie zélf dat alles goed komt, want het is toch wel een gevoel om te koesteren. En het is een gevoel waar veel mensen niet meer op durven vertrouwen. 

Het is te zeggen: nogal wat mensen zul je wel horen zeggen dat ‘alles goed komt’, maar vanuit een soort ontkenning of onwetendheid. Een soort gedachteloos automatisme als deel van een geconditioneerde neiging tot ‘positief blijven’, wat vaak enkel betekent: geen aandacht schenken aan de problemen. ‘Ignorance is bliss’ blijft voor veel mensen een motto waar ze het volmondig mee eens zijn. Dat is niet het soort ‘alles komt goed’ waar ik het over heb. Het is geen misplaatst naïef optimisme dat nergens op gebaseerd is behalve op de simpele wens van degene die de uitspraak doet - wishful thinking, zeg maar. 


En omgekeerd zijn er veel mensen - hoe langer hoe meer - die al geloven dat het sowieso niet meer goed komt. Die de hoop hebben opgegeven, en overtuigd zijn dat we gedoemd zijn. Maar zeggen dat het sowieso niet meer goed komt, is eigenlijk gelijk aan zeggen dat het sowieso goed komt: beide zijn eigenlijk een vorm van luiheid, en van er niet mee bezig willen zijn. Zowel degene die zegt dat het sowieso goed komt als degene die zegt dat het sowieso niet meer goed komt, nodigen uit tot passiviteit, en ondergaan. Geen van beide erkennen de kracht en noodzaak van wat in het Engels ‘agency’ wordt genoemd, oftewel het vermogen tot en de noodzaak aan actie die een verschil maakt. 


En het lijkt wel alsof onze samenleving steeds meer begint te flippen tussen deze twee ‘luie’ uitersten: ‘het komt sowieso allemaal goed’ en ‘het loopt sowieso slecht af’. Een beetje bipolaire toestand, kun je zeggen. En een bipolaire toestand die heel veel mensen verlamt of weerhoudt van enigerlei actie of initiatief. 







Recente studies wijzen uit dat wereldwijd steeds meer jonge mensen aarzelen om kinderen te krijgen, vanwege angst voor een ontspoord klimaat en andere ecologische rampspoed. Niet minder dan 40 procent van respondenten in dit spraakmakende wereldwijde onderzoek dat verscheen in The Lancet verklaarde geen kinderen te willen omwille van de ecologische crisissen waar we ingaan en die voorlopig alleen maar erger zullen worden.


Veel mensen zien onze toekomst dus als een verloren zaak, terwijl veel anderen juist nog in ontkenning zijn van de werkelijkheid van de biosfeercrisis (waarom ik liever het woord ‘biosfeercrisis’ gebruik dan het woord ‘klimaatcrisis’ kun je lezen in dit essay). 

En mijn bedoeling met dit project heeft te maken met beide mogelijke reacties: enerzijds wil ik degenen die niet (of niet genoeg) verontrust zijn informatie geven die hen kan doen inzien dat de situatie waarin we ons bevinden héél ernstig is, en helpen de alarmklok te luiden. 

Maar anderzijds wil ik helpen informatie, ideeën en visies te verspreiden die ons kunnen helpen in de transities die gaan komen. Ideeën die niet alleen bevestigen dat alles wel degelijk goed kan komen, maar ook dat we mogelijk een veel bétere wereld gaan creëren als we doen wat nodig is. 


‘Het komt allemaal goed’ is dus mogelijk zelfs nog een understatement: alles wordt mogelijk zelfs béter dan ooit, als we doen wat nodig is. 


Eén manier om dat anders te gaan zien, is het begrip ‘fase transitie’. 

Een fase transitie is een proces waarbij een langdurige toestand van evenwicht in een systeem plots uiteenvalt en overgaat in een zeer snelle en soms volledig onvoorspelbare overgang naar een nieuwe staat. 

Fase transities kunnen zeer chaotische en zelfs destructieve processen zijn, maar de uitkomst van een fase transitie is vaak een nieuwe toestand op een nieuw en hoger niveau van complexiteit, synergie en harmonie. 


Maar daar wil ik nu ook niet over gaan mijmeren, ik wil nog even bij dat gelukzalige gevoel blijven dat het allemaal goed komt. Over die fase transitie zal ik het een andere keer hebben, want dat is wel een cruciaal begrip om te zien waar we staan, denk ik.







Kunnen we dat echt nog geloven, met z’n allen? Het komt allemaal goed.


Niet vanuit ontkenning van de uitdagingen waar we voor staan, vanuit een wishful thinking of struisvogelpolitiek, maar vanuit een geloof in ons kunnen en in onze waarde als wezen? Vanuit een liefde voor de wereld, een liefde voor onze kinderen en kleinkinderen, en een liefde voor het wonder van de ervaring van het bewustzijn, iets wat mogelijk wordt gemaakt door heel onze biosfeer? Vanuit een gevoel van durf en moed die de gigantische uitdaging waar we voor staan kan zien als een enorme groeikans voor onze soort, ons bewustzijn, onze ontwikkeling van een mondiale samenleving die naam waardig? 


Kunnen we dit alles tegemoet treden niet met enkel maar angst of voorgevoelens van hel en verdoemenis, maar met de kalme overtuiging dat, als we alles geven wat we maar kunnen, het goed komt? 

De absolute verzekering dat het goed komt, zullen we van geen enkele instantie kunnen krijgen. Maar de overtuiging dat het goed komt, kunnen wij zelf creëren en in stand houden. Moed is niet de afwezigheid van angst, maar het vermogen om te handelen ondanks die angst. Moed kan ook zonder de verzekering dat alles goed komt. Echte daadkracht, of ‘agency’, trekt er zich eigenlijk niets van aan of het goed komt of niet. We moeten doen wat nù het juiste is om te doen, ongeacht hoe het gaat aflopen. 

Maar desalniettemin was de ingeving voor mij afgelopen week, het aan weten grenzende gevoel, onmiskenbaar:


Het komt allemaal goed.


En ik wilde deze ingeving delen met jullie, omdat jullie naar alle waarschijnlijkheid ook wel eens te maken hebben met moedeloosheid of wanhoop. Goed nieuws lijkt zeldzaam dezer dagen. Soms lijkt het wel alsof alles in versneld tempo naar de verdoemenis gaat - dat is hoe een fase transitie er vaak uitziet van buitenaf. Maar dat is niet wat deze sterke intuïtieve ingeving mij meedeelde.

Ik kan natuurlijk niet garanderen dat mijn ingeving ook daadwerkelijk zal manifesteren, en dat alles daadwerkelijk goed komt.

Maar ik geef het maar mee, mijn ingeving, voor wat die waard is. Voor mij voelde het alleszins merkwaardig krachtig en overtuigend. En als we kunnen kiezen wat we geloven, waarom dan niet dàtgene geloven wat ons kracht, hoop en moed geeft? Mits we maar de mouwen opstropen.







God weet waar deze ingeving vandaan kwam. En ik laat het aan jullie over om te bepalen of er in deze vorige zin een woordspeling zat - mogelijke zelfs een dubbele woordspeling, één die een andere verbergt. Intuïtie is een vreemd fenomeen, en hoewel er natuurlijk genoeg mensen te vinden zijn die beweren dat intuïtie maar niks is, een illusie, iets wat ons meer bedriegt dan wat anders, zijn er ook mensen die stellen dat intuïtie iets is waar we maar beter veel meer aandacht aan zouden schenken. Daar zal ik het ook nog over hebben, en al volgende week zelfs in mijn geplande vervolg op de mijmering van vorige week, over wat er allemaal kan gebeuren als je de Aarde van buitenaf ziet. Het is niet velen gegeven, maar degenen die de Aarde echt van buitenaf gezien hebben, zijn vaak voor het leven veranderd door die ervaring. Zoals ik aan het begin van deze mijmering al zei, kan het vertoeven op een hoogte, met overzicht over de dingen, krachtige inzichten en intuïties opleveren, en er zijn maar weinig plaatsen die meer overzicht bieden dan de ruimte.

Eén van de mensen die het voorrecht hadden de Aarde zo vanop afstand te zien vanuit de ruimte was Apollo 14 astronaut Edgar Mitchell, en die deed na zijn ruimtereis iets bijzonders. 


Maar voor nu zal ik het nog eens herhalen: het komt goed allemaal. 

Mits we ervoor gààn natuurlijk, en mits iedereen de mouwen opstroopt.

En mits we ook helder gaan zien wat ‘goed’ betekent: niet de verderzetting van ons huidige systeem met andere middelen, maar de volledige transformatie van het systeem in iets wat er amper nog op zal lijken. Zoals een rups transformeert tot een vlinder, één van de bekendste voorbeelden van een dramatische fase transitie. Maar daarover meer een andere keer. En een andere keer ook meer over het eerste deel van de ervaring van afgelopen week, want die was òòk bijzonder, evenals de plek waar deze ervaringen tot mij kwamen.



Tot zover deze aflevering, bedankt voor het lezen,


Het ga jullie goed, 

Filip




Zicht op de Aarde vanuit Apollo 16, op 16 april 1972



bottom of page