top of page
  • filipvk

'Never mind the COPS' - Onderhandelen met onszelf

Bijgewerkt op: 26 mrt.

En iets over de vijf stadia van rouw



Foto: Ágnes Nagygyörgy




"Na de laatste nee komt er een ja

En van dat ja hangt de toekomstige wereld af."

Wallace Stevens




“Blah, blah, blah.”

Greta Thunberg




"Verdriet is echt omdat verlies echt is. Elk verdriet heeft zijn eigen afdruk, zo kenmerkend en uniek als de persoon die we verloren hebben. De pijn van het verlies is zo intens, zo hartverscheurend, omdat we ons door lief te hebben diepgaand verbinden met een ander mens, en verdriet is de weerspiegeling van de verbinding die verloren is gegaan. We denken dat we het verdriet willen vermijden, maar eigenlijk is het de pijn van het verlies die we willen vermijden. Verdriet is het genezingsproces dat ons uiteindelijk troost brengt in onze pijn."

Elisabeth Kubler-Ross



De audio versie van dit essay.







Excuseer de woordspeling in de titel, ik kon het niet laten. 

COP is afkorting voor Conference of the Parties to the UN Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). Dat is een hele mondvol, en COP is dan ook een zeer welkome afkorting. 

Ik zit al een tijdje met het gevoel dat ik daar iets over wil zeggen, maar tegelijk bleef ik ook enige weerstand voelen om een tekst te schrijven over dit jaarlijks terugkerende ritueel.

Als ik probeer te voelen waar die weerstand mee te maken heeft, kom ik uit bij een aantal realisaties, inzichten, perspectieven en ideeën die ik nu wil delen in deze post. 


En dan vooral om te wijzen naar andere manieren van denken en voelen die meer kans op succes hebben dan dit jaarlijkse ritueel. Want er is nog steeds veel reden tot hoop, we moeten alleen een andere bril durven opzetten, ons perspectief verschuiven, en durven loslaten. En we moeten onder andere ook het idee durven loslaten dat een ritueel als COP ons dichter bij een fundamentele koerswijziging zal brengen.

Loslaten gaat altijd vergezeld van een bepaalde vorm van verdriet of rouw, en dat is nodig. En eigenlijk is heel het COP-gebeuren naar mijn gevoel momenteel nog een ritueel waarin de wereldgemeenschap poogt het hoognodige proces van rouw en verdriet en aanvaarding nog uit te stellen.  

Daarom zal ik het verderop in deze tekst hebben over wat Zwitsers-Amerikaans psychiater Elisabeth Kübler-Ross vertelde over rouw, verdriet, aanvaarding en loslaten. 






Het is niet zo moeilijk om te wijzen op de tekortkomingen van deze ‘Conference Of The Parties’. 

Ik zou het kunnen hebben over het feit dat deze COP voorgezeten werd door de CEO van het staatsoliebedrijf van de Verenigde Arabische Emiraten, die van begin af aan vooral de intentie liet blijken om van deze COP gebruik te maken om de producten en diensten van zijn bedrijf aan de man te brengen.


 Een CEO die bovendien meldde dat er  ‘geen wetenschappelijk bewijs is dat het gebruik van fossiele brandstoffen moet omlaag gehaald worden om een klimaatcatastrofe te vermijden'. 

Ik zou het kunnen hebben over de ongeveer 2500 lobbyisten voor de fossiele brandstof industrie die dit jaar deelnamen, wat hun delegatie groter maakte dan eender welke nationale delegatie, op twee na. 

Ik zou het kunnen hebben over de zeer zorgwekkende trend dat NGO’s, activisten en vertegenwoordigers van ‘indigenous’ naties steeds meer getreiterd, bedreigd en geïntimideerd worden op deze bijeenkomsten. 

Of ik zou kunnen vertellen over hoe deze COP vaak meer leek op een ‘trade fair’ (niet te verwarren met ‘fair trade’!) waarin deelnemers in heel wat gevallen vooral aanwezig bleken te zijn om producten aan te prijzen, vaak fossiele brandstoffen, o ironie. 

Of ik kan aanhalen dat de volgende COP conferentie, in Azerbeidzjan, meer van hetzelfde belooft: het land geeft nu al aan de eigen reserves van aardgas te gaan aanprijzen als ‘schone’ brandstof voor de transitie, net zoals de UAE van de afgelopen COP gebruik wilde maken om de eigen olieproducten te promoten.






Of anderzijds zou ik het kunnen hebben over de tekortkomingen in de focus van deze conferenties.

Een focus die ‘klimaat’ nog teveel isoleert van de andere ecologische crisissen die zich ontvouwen (de biodiversiteitscrisis, de ’top-soil crisis’, de crisis in onze oceanen, de afval-crisis,...)

Een te nauwe focus op ‘klimaat’ stelt de wereldgemeenschap in staat om het hele gegeven te blijven zien als een technisch probleem waarvoor technische oplossingen bestaan, een tijdelijke hinderpaal op onze immer opgaande weg naar meesterschap over de natuur en een technologische super-beschaving met onbegrensde economische groei. 

Zolang we ‘klimaat’ blijven zien als iets dat los staat van de crisis in onze hele biosfeer, gaan we steeds dezelfde denkfouten en vergissingen blijven maken omdat we alles door de foute bril bekijken. 


Ik zou het kunnen hebben over hoe dit soort conferenties ook binnen de eigenlijk te beperkte focus van ‘klimaat’ ook weer een te beperkte benadering van het gegeven klimaat zélf hanteert. 

Klimaat als een gegeven dat in de mainstream discussie in hoofdzaak een kwestie is van onze uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen, vooral dan door het opwekken van energie, industriële processen en transport. Maar de ontregeling van het klimaat op onze planeet heeft niet enkel te maken heeft met ons energieverbruik en met het verbranden van fossiele brandstoffen (hoe ernstig die kwestie ook is): het is een ongelofelijk complex gegeven dat te maken heeft met het hele levende wezen dat onze biosfeer is, niet enkel met onze uitstoot van CO2 en methaan. Onze biosfeer is geen machine maar een weefsel waarin alles met alles verbonden is, en waarin élk ‘deel’ een invloed heeft op de dynamiek van het geheel, en dus ook op het klimaat. (Noot: ‘deel’ is een woord dat niet helemaal juist is in deze context, een complex systeem als de biosfeer kan niet echt in ‘delen’ opgesplitst worden, in tegenstelling tot een gecompliceerd systeem als een vliegtuig of een benzinemotor).

Kelpwouden, walvissen, algen, bacteriën, krill, koraalriffen, grassen, kleine en grote zoogdieren,... letterlijk àlles heeft een invloed op de dynamiek van water, energie en temperatuur die we gewoonlijk ‘klimaat’ noemen. Zie de video van de blogpost in de reeks ‘Mijmeringen en Meditaties’ waarin George Monbiot uiteenzet hoe walvissen het klimaat beïnvloeden. 

Of dit essay van Climate Water Project, waarin wordt uiteengezet hoe de biosfeer als zelfregulerend systeem door middel van biodiversiteit de koolstofcyclus in evenwicht weet te houden, als we haar maar de kans geven.






Maar ik zal het niet zozeer over al die dingen hebben nu, hoewel veel van die aspecten nog wel zullen opduiken in de blog en het project. 

Eerder wilde ik wijzen op het eigenaardige feit dat het falen van bijna alle COP - conferenties wel ingebakken lijkt in de aard van het proces zélf. 


Dertig jaar COP, en de uitstoot van broeikasgassen was in 2023 weer de hoogste ooit. En in 2024 zal dat record alweer gebroken worden. Sinds de eerste COP plaatsvond in Berlijn in maart 1995 heeft de mensheid al meer CO2 de atmosfeer in gepompt dan in de hele geschiedenis voorafgaand aan die COP1. Het lijkt dus niet veel zoden aan de dijk te zetten, deze jaarlijkse hoogmis die steeds grandiozer vormen lijkt aan te nemen

Vreemd genoeg was er deze keer zelfs bij sommige milieubewegingen en NGO’s enige vreugde en optimisme, nu de twee woorden ‘fossil fuels’ in het eindakkoord vermeld staan, zelfs vergezeld van het woord ‘phaseout’. 

Of we blij moeten zijn dat na dertig jaar onderhandelen die twee woorden in het eindakkoord staan, terwijl we eigenlijk al verder dan halverwege die fameuze ‘phaseout’ zouden moeten zijn, is maar de vraag. Het is absurd weinig en eindeloos laat, en het is allemaal nog steeds niet-bindend en er is ook geen enkele ‘road-map’ over hoe die ‘phaseout’ dan wel moet bereikt worden. 


Is er dan geen enkele reden tot blijheid, tot optimisme?

Jazeker, er is altijd reden tot blijheid en optimisme, maar niet vanwege wat er op de recentste klimaattop is gezegd, besloten of geschreven. 

Moeten we dan helemaal stoppen met die bijeenkomsten? Nee, maar we moeten wel het idee loslaten dat de grote koersverandering daar zal geïnitieerd worden. En het proces moet grondig hervormd worden. Journalist en activist George Monbiot zet in dit artikel, dat oorspronkelijk in The Guardian verscheen, uiteen waarom de COP bijeenkomsten disfunctioneel zijn en tot dusver amper iets hebben opgeleverd. Onder andere vanwege het feit dat elke beslissing met unanimiteit moet goedgekeurd worden, iets waar Saoudi-Arabië indertijd op aandrong, en wat maakt dat elk land de facto een vetorecht heeft. 

Monbiot haalt in zijn artikel enkele voorstellen aan die het proces doeltreffender zouden kunnen maken, waaronder ook veranderen van het besluitvormingsproces en het weren van het leger lobbyisten. 

Maar Monbiot geeft ook aan dat COP tot dusver echt een onwaarschijnlijk slecht palmares kan voorleggen, zoals ook blijkt uit het gegeven dat we na dertig jaar onderhandelen jaar na jaar nieuwe records vestigen inzake de uitstoot van broeikasgassen. Alle COP conferenties tot dusver mogen als mislukkingen geboekstaafd worden, behalve twee (Tokyo en Parijs). 

In één zin zegt Monbiot: “Ze praten ons de afgrond in”. De finale analyse van Greta Thunberg, die vorig jaar ook al verstek liet gaan, was kernachtig: “Blah blah blah”.






En daarom moeten we onszelf ook de volgende vraag stellen: is het wel de bedoeling dat de COP conferenties een succes zijn? Monbiot geeft aan dat de hier toegepaste procedé’s en protocollen enkel gebruikt worden op conferenties inzake ecologie. Als de wereldgemeenschap écht wil dat er iets gebeurt, worden er andere methodes gehanteerd, die dan ook meestal meer succes opleveren. 

Maar waarom zou de wereldgemeenschap een jaarlijks ritueel instellen dat bovendien ook steeds grandiozer wordt, met de (onbewuste) bedoeling dat dit ritueel niet kàn of màg leiden tot echt succes of echte verandering? 

Wie of wat ontwikkelt gewoontes inzake intenties en voornemens tot gedragsverandering waarin de mislukking als het ware zit ingebouwd?  

Het lijkt wel op het soort ritueel waar een verslaafde keer op keer plechtig belooft om te ontwennen, belofte die steeds weer op een mislukking uitloopt. 

Wat is een verslaving eigenlijk? Velen definiëren een verslaving als een strategie om het échte trauma te ontwijken, het échte verdriet niet te hoeven voelen, de dieperliggende wonde niet te hoeven ervaren, een waarheid niet onder ogen te hoeven zien.






In 1969 publiceerde de Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross het boek ‘On Death and Dying’. Het was een baanbrekend werk omdat in 1969 het proces van het levenseinde en hoe daarmee om te gaan nog een taboe was - dokters en medisch personeel waren daar in die tijd niet mee bezig, en ook in de bredere samenleving werd het onderwerp van sterven en de dood gemeden. We zijn al een eind gekomen, maar ik meen te mogen stellen dat het taboe eigenlijk nog intact is - we hebben het in onze samenleving zelden over de dood, over sterven, over ziekte en lijden. De grote Stephen Jenkinson noemt onze beschaving ‘death-phobic’ en hij heeft overschot van gelijk. 


Elisabeth Kübler-Ross stelde in haar boek dat mensen die een diagnose van een terminale ziekte krijgen, vijf stadia van rouw doormaken: 


1. Ontkenning: de eerste reactie is ontkenning. In dit stadium geloven mensen dat de diagnose op de een of andere manier verkeerd is en klampen ze zich vast aan een valse, verkieslijke realiteit.


2. Woede: Wanneer het individu inziet dat de ontkenning niet door kan gaan, raakt hij gefrustreerd en woedend, vooral naar nabije individuen toe. 


3. Onderhandelen: de derde fase omvat de hoop dat het individu een oorzaak van verdriet kan vermijden. Meestal wordt er onderhandeld over een langer leven in ruil voor een hervormde levensstijl. Mensen met minder ernstige trauma's kunnen onderhandelen of een compromis zoeken.


4. Depressie: Tijdens het vierde stadium wanhoopt het individu bij de erkenning van zijn sterfelijkheid. In deze toestand kan het individu stil worden, bezoekers weigeren en een groot deel van de tijd rouwig en chagrijnig doorbrengen.


5. Aanvaarding: In dit laatste stadium omarmen individuen hun sterfelijkheid of onvermijdelijke toekomst, of die van een geliefde, of een andere tragische gebeurtenis. Mensen die sterven kunnen de overlevenden voorafgaan in deze staat, die meestal gepaard gaat met een kalme, retrospectieve blik voor het individu en een stabiele toestand van emoties.


In een boek dat ze later samen met David Kessler schreef en postuum publiceerde, breidde Kübler-Ross haar model uit tot elke vorm van persoonlijk verlies, zoals de dood van een geliefde, het verlies van een baan of inkomen, een grote afwijzing, het einde van een relatie of echtscheiding, drugsverslaving, opsluiting, het begin van een ziekte of een diagnose van onvruchtbaarheid, en zelfs kleine verliezen, zoals het verlies van verzekeringsdekking. Co-auteur Kessler heeft ook 'betekenis' voorgesteld als een zesde stadium van rouw in zijn latere boek ‘Finding Meaning’.






Ik zou willen stellen dat wij, de wereld, onze soort Homo Sapiens Sapiens, collectief deze stadia doorlopen inzake de convergentie van ecologische crisissen waar we middenin zitten, en dat het ritueel van de COP-onderhandelingen deel uitmaakt van het derde stadium van rouw waar we doorheen gaan: zoals het ritueel al aangeeft, het derde stadium van onderhandelen, figuurlijk én letterlijk. 

Deze stelling is natuurlijk een vereenvoudiging: ik denk dat het proces complexer is dan dat. Elisabeth Kübler Ross gaf trouwens ook altijd aan dat deze stadia niet te strikt mogen worden opgevat, en dat het zeker geen rechtlijnig proces is dat voor iedereen op dezelfde manier verloopt. Een persoon kan deze stadia ook in een andere volgorde doorlopen, of het eindresultaat kan iets anders zijn dan aanvaarding, bijvoorbeeld blijvende weerstand en depressie. 

Maar ik denk dat dit beeld van de stadia van rouw een diepe waarheid bevat, en zoals de auteur in haar latere boek ook aangaf, op meerdere soorten processen van toepassing kan zijn. 

En ik denk dat we dit beeld van de stadia van rouw wel degelijk ook kunnen toepassen op het proces dat de wereldgemeenschap (tot nu grotendeels onbewust) doorloopt inzake wat we gewoonlijk de ‘klimaatcrisis’ noemen maar wat ik liever de ‘biosfeercrisis’ noem: de convergentie van ecologische en andere crisissen die het einde betekent van iets dat ons (momenteel nog) heel dierbaar is. Het is als een sterven, dit einde dat we voorlopig nog niet willen zien. 






Wat komt er ten einde? Nog niet meteen de mens zelf. Maar wel de huidige wereld, zoals we die kennen in de zin van een stelsel van technologische, praktische en ideologische organisatie, waaronder wat we ‘economie’ noemen, internationale handel, het monetaire stelsel, onze methodes van landbouw en visserij, onze denkbeelden over arbeid en herverdeling van welvaart, het gegeven ‘welvaart’ zélf, de internationale verhoudingen tussen het Noorden en het Zuiden,...en nog vele andere zaken die we nu als vanzelfsprekend aannemen als zijnde  ‘onze wereld’. 

Maar wat ook ten einde komt is ons wereldbeeld, de manier waarop we onszelf definieerden in de wereld, de positie die we onszelf toekenden en de toekomst die we voor ons zagen weggelegd. Onze droom komt ten einde, zou je kunnen zeggen. En we hebben heel veel geïnvesteerd in die droom, in dat wereldbeeld. 


Filosoof en auteur Charles Eisenstein noemt dat beeld ’The Story of Ascent’, het verhaal van de opgang, van de steeds voortschrijdende macht en controle van de mens over diens omgeving, met als verondersteld gevolg steeds meer welvaart voor de mens, en het uiteindelijke triomferen over de natuur zelf. Zijn magnum opus ‘The Ascent of Humanity’, waarin hij de geschiedenis van dit verhaal tot zeer ver terug in de geschiedenis situeert (veel verder dan we gewoonlijk doen), is warm aanbevolen lectuur!


Het meta-verhaal of het paradigma dat ten einde komt, is complex en gelaagd, en omvat vele ‘bij-verhalen’, ‘sub-plots’,  verschillende versies ook afhankelijk van aspecten als religie en lokale cultuurverschillen. 

Ik zal dan ook geen poging doen om dat verhaal in deze blogpost te definiëren, dat zou veel te ver voeren. Maar een belangrijk aspect van dit verhaal (of verhalen) dat ten einde komt is wel macht: ons idee van de macht die wij kunnen uitoefenen over elkaar (het uitgaande wereldbeeld is erg hiërarchisch van aard en wordt gereflecteerd in de maatschappelijke structuren die doorheen millennia zijn gegroeid) en over alle levende wezens waarmee we de planeet delen. In nagenoeg elke versie van het oude verhaal is de wereld slechts een ‘ding’, een machine of een in essentie levenloos iets dat we naar hartelust mogen gebruiken (en misbruiken), aangezien wij de macht hebben om dat te doen. Een macht die ons in één versie van het verhaal is gegeven door God, en die we in een andere versie van het verhaal zélf hebben bereikt doordat we met onze ratio en technologie, onze ‘linker-hersenhelft’, deze suprematie afgedwongen hebben. 


Dat verhaal is de moderne mens heel dierbaar. Nagenoeg alle culturen hebben hun versie van dat verhaal, doordat ze allen voortkomen uit een ‘meta-verhaal’ dat ten grondslag ligt aan ’sub-plots’, verschillende verhalen die ontstaan zijn op verschillende plaatsen en op verschillende momenten in onze geschiedenis.  Verhalen als recent het idee dat (veel) meer materiële welvaart ons gelukkiger zal maken, of het idee dat het kapitalisme een ‘natuurlijke’ orde weerspiegelt, of het idee van de weldaden die een steeds verder-hollende technologische revolutie ons zal brengen doorheen een doorgedreven mechanisering en automatisering van zowat alles, tot het idee dat we met A.I. een nieuwe vorm van leven voortbrengen die uiteindelijk het heelal zal koloniseren. 






In het beeld dat ik voorstelde is de wereld dus aan het onderhandelen met zichzelf als een stadium in een rouwproces over een verlies dat we nog niet kunnen aanvaarden. Het rouwproces is dus wel bezig - zelfs ontkenning maakt al deel uit van dat proces. En het stadium van simpele ontkenning lijkt op wereldniveau achter ons te liggen, ook al duikt het lokaal weer op, bijvoorbeeld wanneer een extreem-rechtse regering na verkiezingen aan de macht komt, zoals in Brazilië, de VS en nu Argentinië.


Maar niet alles en iedereen op onze planeet verkeert daarom in hetzelfde stadium van dit proces.

Verschillende regio’s van de wereld en verschillende segmenten van de bevolking van een land kunnen zich in verschillende stadia bevinden. Verschillende delen van de wereld kunnen zich in verschillende stadia bevinden, bijvoorbeeld afhankelijk van hoeveel schade er lokaal ondervonden wordt door het ontregeld klimaat, of afhankelijk van de hoeveelheid informatie die lokaal beschikbaar is, het democratische gehalte van het land in kwestie, of economische of culturele factoren.


Als we kijken naar mijn deel van de wereld, Europa, denk ik dat een groot deel van de bevolking nog in het stadium van ontkenning verkeert. Een ander en groeiend deel gaat door het stadium van woede: mensen die zich bedreigd voelen door aspecten van de meta-crisis als migratie, of de toenemende beperkingen inzake landbouw, of de stijgende energieprijzen. Dat is een gevaarlijk stadium, aangezien het kan leiden tot een populistische of extremistische politiek, of tot een herval in ontkenning.


Nog een deel is aan het onderhandelen: mensen in dit stadium koesteren de overtuiging dat door het kopen van een elektrische auto of het installeren van zonnepanelen, ze hun steentje bijdragen aan de ‘green growth’, de groene groei die onze samenleving ‘duurzaam’ zal maken en tegelijk de economische orde zoals we die kennen kan laten voortbestaan.

(Niet dat het daarom in elk geval verkeerd is om een electrische auto te kopen of zonnepanelen te installeren, maar zolang we denken dat dat de zaak oplost, zijn we aan het onderhandelen - om niet te moeten zien dat er ook en vooral héél andere dingen nodig zullen zijn)

Anderen hebben de hoop al opgegeven en zijn in het stadium van (vaak onbewuste) depressie beland: de overtuiging dat de wereld in elk geval om zeep is, dat het sowieso niet goed gaat aflopen met Homo Sapiens, en dat het immoreel is om nog kinderen ter wereld te brengen. Enkelen zijn al bij het stadium van aanvaarding beland, maar dat is vooralsnog een heel kleine minderheid van de bevolking. Aanvaarding is dus iets helemaal anders dan ‘berusting’. Het is het onder ogen zien van de héél moeilijke realiteit, maar ook van de mogelijkheden die in die realiteit latent aanwezig zijn. 






En ik zou dan ook het zesde stadium van rouw erbij willen betrekken: betekenis.

Het zesde stadium van rouw dat David Kessler definieerde, lijkt mij van groot belang: voorbij de aanvaarding van het einde van iets of iemand die ons dierbaar is, ligt het geven van een nieuwe betekenis aan dit einde, en mogelijk inzicht in wat er volgt op dat einde. In deze context zou het zesde stadium van rouw een inzicht kunnen zijn in de àndere wereld die mogelijk is, en die ons wacht als we aanvaarden dat de huidige wereld ten einde loopt. We moeten altijd een beetje sterven om te kunnen herboren worden, en hoe langer we het sterven van de huidige wereld proberen te rekken, hoe langer het duurt vooraleer een nieuwe wereld kan geboren worden. 

Maar ik zou durven stellen dat nog maar heel weinig mensen in dat stadium zijn aanbeland. Het zijn de zieners, de mensen die zich al een andere wereld kunnen voorstellen, de vrije denkers die ‘gezond verstand’ durven loslaten en dingen durven voorstellen die voor de meesten onder ons nog onmogelijk schijnen. Eén van mijn intenties met deze blog en het project, is mijn steentje bijdragen aan het helpen verspreiden van de nieuwe ideeën die wijzen in de mogelijkheid van een andere en betere wereld (hoe veraf die mogelijkheid ook lijkt momenteel).


Maar zoals gezegd, het is geen rechtlijnig proces, en het hele complexe organisme dat mensheid heet, gaat daar allerminst eenvormig en gelijktijdig doorheen. Mensen kunnen heen en weer laveren tussen twee stadia, of ‘hervallen’. Ontmoediging kan ervoor zorgen dat we één of twee stadia ‘terugschuiven’. Of we kunnen ons in verschillende stadia tegelijk bevinden. 

Ikzelf denk graag van mezelf dat ik in het vijfde of zesde stadium ben aanbeland, maar dat kan wishful thinking zijn. Mogelijk denk ik dat maar omdat ik nog voor een deel in ontkenning ben. Realistischer is waarschijnlijk te stellen dat ik ook nog heel en weer schuif tussen verschillende stadia. En sommige dagen (gelukkig niet vaak meer) voel ik me eerder nog in het stadium van chagrijn, wanhoop of woede. 


Ook de 100.000 deelnemers aan COP 28 bevonden zich ongetwijfeld in verschillende stadia van dit proces. En sommige lijken zich in verschillende stadia tegelijk te bevinden, zoals de voorzitter van de conferentie zelf, die één dag beweert dat er geen ‘wetenschappelijk bewijs’ is dat we het gebruik van fossiele brandstoffen moeten afbouwen (ontkenning), en dan toch mee een eindakkoord helpt bewerkstelligen waarin die intentie toch gedefineerd wordt, al is het op een uiterst vrijblijvende manier en zonder plan hoe dat te verwezenlijken (onderhandelen). 

Maar het COP proces als geheel hoort naar mijn gevoel bij het derde stadium van rouw: onderhandelen (met onszelf), zowel in de figuurlijke zin van het woord als in de meest letterlijke.






Ik meen (met vele andere en grotere geesten dan ikzelf) dat ons de taak wacht om het proces van rouw zonder verder talmen te doorlopen, zodat we verder kunnen. En iedereen kan iets bijdragen aan hoe het collectief verschuift in die zin. Iedereen heeft een invloed en een mogelijkheid om een verschil te maken. Vanuit de aanvaarding en het geven van betekenis aan het verlies, of het einde van iets wat ons momenteel nog dierbaar is, kunnen we de verbeelding weer aanspreken: wat voor wereld willen we eigenlijk? Wat voor wereld zouden we onze nakomelingen tot vele generaties ver toewensen? Kunnen we ons nog verbeelden dat we een mooiere wereld gaan creëren als de huidige wereld de plaats ruimt voor iets anders? 

Maar we moeten kunnen sterven om herboren te kunnen worden. Zolang we vasthouden aan (ons beeld van) de wereld zoals die nu is, blijven we gevangen in het verleden, en gezien de snelheid waarmee het levende weefsel van onze biosfeer teloor gaat, is dat geen optie. 

En we zullen moeten voelen, met denken alleen komen we er niet (zie de tekst ‘Voelen of niet voelen, dat is de vraag’, die je vindt bij de essays op deze site). Want meer nog dan het niet willen rationeel inzien van iets, is het ontwijkingsproces dat het stadium van onderhandelen nog steeds is een aspect van het niet willen voelen van het verdriet. 

Elisabeth Kübler-Ross: We denken dat we het verdriet willen vermijden, maar eigenlijk is het de pijn van het verlies die we willen vermijden. Verdriet is het genezingsproces dat ons uiteindelijk troost brengt in onze pijn."


Processen als COP zullen pas écht resultaat kunnen opleveren als ze gebeuren in de geest van het geven van betekenis aan het verlies, eerder dan dat verlies ten allen prijze te proberen voorkomen. En wie weet, verlies eerder als winst te gaan zien.


Over wat dat allemaal concreet zou kunnen betekenen, zal ik het een andere keer hebben. 


Bedankt voor het lezen, en tot de volgende aflevering,


Het ga jullie goed, 

Filip



Foto: Filip Van Kerckhoven





bottom of page