top of page

Stilte (deel vijf) - Mijmeringen en Meditaties

filipvk



"Er zijn allerlei soorten stiltes en ze betekenen allemaal iets anders. Er is de stilte van de ochtend in een bos en die is anders dan de stilte van een slapende stad. Er is stilte na een regenbui en voor een regenbui, en die zijn niet hetzelfde. Er is de stilte van leegte, de stilte van angst, de stilte van twijfel."

Beryl Markham



Senja, Noord-Noorwegen, februari 2017
Senja, Noord-Noorwegen, februari 2017


Audio versie van deze mijmering, voorgelezen door mezelf.




Beste  vrienden,


Sinds het succes van de roman ‘Smilla’s gevoel voor sneeuw’ (1992) van de Deense schrijver Peter Høeg zijn meer mensen er zich van bewust geworden dat volkeren in de arctische streken héél veel woorden hebben voor sneeuw.


“In het Nunavimmiututut, het Inuktitut-dialect dat in de Canadese regio Nunavik wordt gesproken, zijn er minstens 53, waaronder matsaaruti, voor natte sneeuw die kan worden gebruikt om de lopers van een slee ijsvrij te maken, en pukak, voor kristallijne poedersneeuw die op zout lijkt.

Binnen deze dialecten is de woordenschat met betrekking tot zee-ijs nog rijker. In de Iñupiaq taal van Wales, Alaska, documenteerde Krupnik 70 termen voor ijs, waaronder: utuqaq, ijs dat jaar na jaar blijft liggen; siguliaksraq, een lappendeken van kristallen die zich vormen als de zee begint te bevriezen; en auniq, ijs dat vol gaten zit.”

“Studies van de Sámi-talen in Noorwegen, Zweden en Finland hebben uitgewezen dat de talen 180 woorden hebben die met sneeuw en ijs te maken hebben en wel 300 verschillende woorden voor soorten sneeuw, sporen in sneeuw en gebruiksomstandigheden van sneeuw.” (Wikipedia)


Vijftig tot honderdtachtig woorden voor verschillende soorten sneeuw en ijs, dat betekent dat deze mensen daadwerkelijk evenzoveel nuances en typologieën van sneeuw en ijs kunnen onderscheiden, daar waar het voor ons misschien ‘all the same thing’ zou zijn. 


En misschien geldt het voor heel veel zaken in de wereld: naarmate je meer vertrouwd geraakt met iets, zul je waarschijnlijk meer en meer variaties, nuances en uiterst subtiele verschillen gaan onderscheiden. Ik kan me inbeelden dat onze voorouders enkele eeuwen geleden mogelijk meer woorden voor ‘grond’ hadden dan nu. Meer dan vandaag was het toen waarschijnlijk van levensbelang om subtiele verschillen in aard, samenstelling en textuur van de vruchtbare aarde te kunnen onderscheiden, in de tijden voor de industriële landbouw, de mechanische ploeg, de reusachtige maai-combines, kunstmest en pesticiden. Want dat is ook een aspect van de verregaande precisie van het onderscheiden van verschillende soorten sneeuw en ijs in de arctische regio’s: het eigen leven kan ervan afhangen. Een misstap op fout ingeschat ijs kan je erdoorheen doen zakken, het dodelijk koude water in. Je zou misschien kunnen stellen dat een sterke motivatie (overleven bijvoorbeeld) bijdraagt aan een meer precieze waarneming in álle domeinen, niet enkel in de wereld van sneeuw en ijs. Het verfijnde waarnemen van de omgeving hangt ongetwijfeld samen met een noodzaak om te overleven in omstandigheden die vaak onherbergzaam en gevaarlijk zijn, maar ook met een liefde voor het grotere geheel waar ‘indigenous’ volkeren zich één mee weten. Je gaat allicht meer aandacht hebben voor iets waar je zielsveel van houdt. 





Zou het mogelijk zijn om in het domein van stilte evenzovele verschillen waar te nemen als in het fenomeen sneeuw? 

Zou een uiterst geoefend waarnemer als een ervaren spoorzoeker de miniemste nuance of verschil van energie in een stilte kunnen onderscheiden, en in die mate dat er ook verschillende woorden voor bedacht zouden kunnen worden? 


Ik vermoed hoe langer hoe meer van wel. De werkelijkheid is steevast eindeloos veel gelaagder, complexer en genuanceerder dan we in het dagelijkse leven gewoonlijk opmerken, en zodra we onze aandacht écht richten op eender welk fenomeen, lijkt het erop dat er zich steeds nieuwe lagen en dimensies aandienen als antwoord op onze aandacht.

De grote fysicus Richard Feynman zei het al: “Knowledge isn’t free. You have to pay attention”. Dit onvertaalbare citaat maakt duidelijk dat aandacht een noodzakelijke beweging is om de gewenste tegenbeweging mogelijk te maken: die van het zichtbaar worden van wat we ‘werkelijkheid’ noemen in steeds meer diepte en nuance. Aandacht is de prijs die we betalen voor waarneming en uiteindelijk ook kennis. 


Ik was al een tijdje over dit soort dingen aan het mijmeren, toen ik een verhaal hoorde dat mijn vermoeden op wonderlijke wijze bevestigde. Iemand vertelde me over een student aan een filmschool, die voor een filmproject verschillende geluiden moest opnemen. Geluiden in film en televisie worden veelal apart opgenomen, en dat is een arbeidsintensief en best moeilijk procedé. Voor een welbepaald filmproject diende deze student ook zowaar...verschillende soorten stilte op te nemen. En zoals zovele studenten schakelde deze jongeman ook zijn ouders in om zijn taak te helpen volbrengen, en dus om mee stilte op te nemen voor zijn project. En zoals zovele liefhebbende ouders, gaven ook deze mensen gewillig gehoor aan de oproep en gingen gewapend met opname-apparatuur op verschillende locaties verschillende soorten stilte opnemen. Een school gevestigd in een oud klooster, een nachtelijke traphal met liftkoker, een ziekenhuis... verschillende plaatsen met telkens andere soorten stiltes. Een vlieg verknoeide overigens de opnames in de traphal met liftkoker. Stilte is zo fragiel als een web van de fijnste zijde, en er is niet veel nodig om die stilte te verjagen. Eén vliegje was genoeg, in die grote nachtelijke traphal. 


Toen ik dit verhaal hoorde, ging ik ook nog eens overdenken of ikzelf me verschillende soorten stilte kon herinneren die écht een heel duidelijk karakter en eigenheid hadden toen ik ze ervaarde. En ik kon inderdaad enkele herinneringen aan stiltes oproepen die me waren bijgebleven als zijnde heel bijzonder, en ook echt verschillend van ándere stiltes. 


Zo was er de stilte in een ondergesneeuwd bos in de Ardennen, waar ik op een winterse solo wandeling in 2002 de weg was verloren, letterlijk en figuurlijk. Elk spoor van een pad was verdwenen onder een dikke laag sneeuw, en ik dwaalde urenlang rond doorheen de magische stilte van sneeuw in het uitgestrekte en verlaten bos, wat ons weer bij ons uitgangspunt brengt ook. De stilte in een ondergesneeuwd landschap is ontegensprekelijk anders dan eender welke andere stilte. Ik vermoed dat het bijzondere karakter van stilte in een ondergesneeuwd landschap heeft te maken met de geluiddempende eigenschappen van de laag sneeuw die alles bedekt, en die akoestisch ongetwijfeld een deken vormt dat geluid opslorpt eerder dan weerkaatst, bijna zoals in een ‘sensory deprivation tank’.

Toen ik na enkele uren eindelijk weer bij een weg uitkwam, had ik een bad in bijzondere stilte gehad, in stilte én schoonheid, in de magie van een witte wereld zonder enig geluid. 


Of er was de oorverdovende stilte in de woestijn in Death Valley in Californië, in de zomer van 1994, een stilte waar ik het over had in de eerste mijmering in deze reeks over stilte. Een stilte die dik en intens was als een deken rondom ons, een haast fysiek tastbare stilte die te snijden was, en die onhoorbare geluiden hoorbaar maakte zoals het tikken van mijn polshorloge.


Ik herinner me ook een stilte in een kathedraal ergens in Frankrijk, ik weet niet meer precies waar. Het was een stilte die ook een héél eigen energie en karakter had, en die als het ware mee gevormd leek door de zandstenen zuilen en ornamenten als door een mal...een stilte die ook een zwaarte had die, in mijn herinnering althans, heel anders was dan de stilte in het voornoemde ondergesneeuwde bos. Een zwaarte van de geuren van wierook en hout en koude stenen, van alle gebeurtenissen die in dat gebouw geëtst waren als in het weefsel van tijdruimte zelf en nu hun afdruk schenen te laten in de stilte die in het gebouw hing. 


Er was de ochtend héél lang geleden, toen ik een jaar of veertien was. Ik was om een of andere reden al héél vroeg wakker die ochtend in de lente, voor zonsopgang, en zat op mijn vensterbank, en keek naar de ontwakende natuur en luisterde naar de bijzondere stilte die, hoewel ik me in een (kleine) stad bevond, héél intens was. Ook steden kunnen stil zijn, als je op de juiste plaats bent op het juiste moment. Het was een stilte als een aanwezigheid die zichtbaar en hoorbaar werd in het aarzelende ochtendlicht dat speelde over tuinen en gras en bomen, het diffuse schemerlicht vóór de zon opkwam en voor de vogels begonnen met hun feestelijk commentaar bij de ochtend. 




Sneeuw en stilte, zuid-België, februari 2016
Sneeuw en stilte, zuid-België, februari 2016



Zo, ik heb na een beetje mijmeren al enkele stiltes kunnen identificeren die een sterke indruk hebben nagelaten en die ik me na vele jaren nog goed kan herinneren. Als ik me er écht op zou toeleggen, zou ik er mogelijk nog veel meer kunnen identificeren en oproepen. Of ik aan vijftig of honderd verschillende soorten zou komen, weet ik niet. Mogelijk wel, mits ik maar de vereiste hoeveelheid aandacht zou investeren. 


Ja, ik denk dus dat er wel degelijk veel verschillende soorten stilte bestaan, elk met hun eigen energie en aard.

Het leren onderscheiden en, wie weet, leren benoemen van verschillende soorten stilte zou heel wat aandacht vragen. We would have to pay attention.

Maar waarom zouden we zoiets doen? Wat zou het nut zijn van het leren onderscheiden en benoemen van verschillende soorten stilte? De vraag verraadt al de preoccupatie in onze cultuur met nut en directe return on investment. Voor niks komt de zon op. 

Misschien is dat de eerste les die we kunnen leren als we écht naar stilte beginnen te luisteren: dat we ons meer en meer moeten ontdoen van die preoccupatie met nut en rendement.

Het verfijnd waarnemen van stilte, is er iets nuttelozer dan dat? Is er iets dat minder aanleiding kan geven tot enig gevoel van verdienste in de zin van productiviteit en prestatie?

En tegelijk, zou het niet fantastisch zijn om ons in te verdiepen, en ook bijzonder nuttig, op een andere manier dan we ‘nut’ gewoonlijk definiëren? Het is zoals met kunst en poëzie, die ook als ‘nutteloos’ bestempeld worden. Maar tegelijk weten we allemaal dat kunst en poëzie aan de essentie raken van ons mens-zijn, en dat er zonder die dingen geen menswaardig leven zou overblijven, enkel machinaal bestaan en louter overleven. We weten ergens allemaal wel dat de waarde van het leven voor het merendeel in de nutteloze dingen schuilt, en dat wat we als nuttig nastreven veelal waarden-loos is. Dus welaan dan, waarom niet eens onze aandacht richten op iets zo nutteloos als het bestuderen van stilte?


Maar bovendien zou het verfijnen van onze aandacht voor stilte een verschuiving kunnen helpen bewerkstelligen naar een verfijnder waarneming van het leven tout court. Naar een veel subtielere perceptie van de pracht van onze planeet, het verbazende van het feit dat we überhaupt iets kunnen waarnemen, en het magische van het bestaan van om het even wat. Een fine-tunen van onze antennes die het wonderlijke kunnen detecteren in om het even welke situatie, antennes die het onbegrijpelijke mysterie registreren van het feit dat deze wereld er is, en dat wij er zijn. Want die antennes zijn geatrofieerd door generaties van afstomping in ons mechanistische wereldbeeld en genadeloos voorthollend kapitalisme. 


Het verfijnde waarnemen en kennen van eender welk biotoop lijkt me een voorwaarde voor het overleven van eender welk organisme in dat biotoop. Ecologie is de studie van de relatie tussen een organisme en diens omgeving, en die relatie is altijd een wederkerige. Een relatie waarbij zowel het organisme als de omgeving floreren, zal het duurzaamst zijn en het langste standhouden. Een bos mag een uitstekend voorbeeld zijn: zowat alle organismen in een bos zijn perfect op elkaar afgestemd en bevorderen elkaars overleven en floreren. Een complex ecosysteem als een bos, waarin alles op alles is afgestemd, kan millennia bestaan en tot steeds grotere pracht en dynamisch evenwicht evolueren. Zowat alle organismen in een bos hebben bijzonder verfijnde methodes van waarneming en perceptie van hun omgeving, iets wat wetenschappers voor steeds verbazender verrassingen stelt. En daar waar mensen nog in een harmonieuze band met die bossen en wouden leven, zoals in sommige delen van Amazonië, zul je steevast merken dat deze volkeren eveneens een erg precieze en verfijnde waarneming van hun omgeving hebben ontwikkeld, wat hen in staat stelt om hun plaats in deze ecosystemen in te nemen op manieren die deze ecosystemen niet enkel vrijwaart van schade, maar zelfs helpt tot nog grotere bloei te komen. En de verfijnde waarneming van de omgeving is ook een expressie van de liefde van deze mensen voor hun omgeving, die ze niet eens als ‘omgeving’ beschouwen, maar als een extensie van het zelf, van hun eigen wezen. 





Wij leven in tijden waarin de bewoners van de geïndustrialiseerde wereld het contact met en de waarneming van de natuurlijk wereld goeddeels zijn verloren. Ikzelf ben ook daar overigens geen uitzondering op. Ik ben een stadsjongen die zijn leven probeert te ‘beteren’ en de weg terug zoekt naar zijn oorsprong en zijn échte thuis. Ik heb nog een hele weg te gaan.

Door dat gebrek aan aandacht merken we ook niet op hoezeer de natuurlijke biotopen waar wij deel van uitmaken en waar we afhankelijk van zijn, op instorten staan. Onze waarneming is niet enkel veel minder verfijnd dan die van de Inuit, ze is zonder meer op sterven na dood, net als ons biotoop. Volgens Swiss Re, de grootste herverzekeraar van de planeet, staat niet minder dan één vijfde van alle landen al dicht bij een ineenstorting van de ecosystemen in de nabije toekomst. Iets wat we niet echt als dusdanig waarnemen momenteel. Voor veel mensen is er geen vuiltje aan de lucht: het uitsterven van zo’n 200 soorten planten, insecten en dieren per dag is niet zo makkelijk waar te nemen in ons alledaagse leven. Het sterven van het microboom in onze landbouwgrond is niet zichtbaar met onze alledaagse blik. De microplastics die al massaal aanwezig zijn in ons brein, in testikels, in placenta’s en in ongeboren baby’s, blijven onmerkbaar voor het blote oog. De stilte van de afwezigheid van insecten, waarvan zo’n 80 tot 90 procent al verdwenen is, is makkelijk te negeren als je er niet op let. Maar ik vermoed dat iemand met een meer geoefende waarneming van de natuurlijke wereld, één van onze voorouders van enkele eeuwen geleden bijvoorbeeld, indien met een tijdmachine overgebracht naar wat hier nog voor ‘bossen’ en ‘natuur’ doorgaat, meteen zou opmerken dat het leven hier op eindeloos veel manieren in doodsnood is. Zo iemand zou, zo vermoed ik, het lijden van de natuurlijke wereld haast meteen aanvoelen met alle zintuigen en heel het wezen. Maar voor ons is dat niet meer zomaar zichtbaar, voelbaar of hoorbaar. We hebben doorgaans niet genoeg aandacht, en onze zintuigen zijn geatrofieerd door het niet gebruiken ervan. Maar zoals voor de Inuit, zou een verfijnde waarneming van wat er in onze natuurlijke omgeving aan de hand is, wel eens van levensbelang kunnen zijn.


We gaan als soort niet overleven als we niet een veel inniger relatie met ons biotoop, onze biosfeer ontwikkelen. Al onze technologie, onze economische groei, onze pogingen tot controle en dominantie, het zal allemaal futiel en lachwekkend blijken als we ons niet terug afstemmen op de subtiliteiten van onze relatie met onze omgeving, met de natuurlijke wereld waarvan wij een deel en expressie zijn. 

Jazeker, ik denk dat het heel verstandig, gezond en aangewezen is om met z’n allen véél meer naar stilte te gaan luisteren. Om te beginnen. Als we tenminste al de aandacht opbrengen om stilte zodanig waar te nemen dat we elke dag wat verschillen hebben opgemerkt, als we elke dag die ‘aandacht betalen’, dan zou de ‘return’ wel eens van onschatbare waarde kunnen zijn. De winst zou mogelijk bestaan uit het ook beginnen opmerken van een heleboel andere dingen die nu verdrinken in de drukte van ons gejaagde leven, steeds voorthollend naar de volgende deadline. Bemerk hoe het woord ‘dood’ de kern uitmaakt van het woord ‘deadline’. Een dode lijn, letterlijk. Wie bij de lijn aankomt, is in zekere zin vaak al dood want heeft amper geleefd onderweg naar die deadline, doof en blind voor het leven en voor alles wat zich kan openbaren in de aandacht voor dingen als de stilte. En in onze on-aandachtige jachtigheid, missen we heel veel tekenen dat we afstevenen op een échte deadline, een lijn die het leven zo goed als onmogelijk belooft te maken, voor ons en voor talloze soorten waarmee we de planeet delen. 





Aandacht is als een spier: hoe meer we ze gebruiken des te sterker ze zal worden. En het zich openende panorama van perceptie dat een gevolg kan zijn van intensieve aandacht voor iets als de stilte, kan ons misschien letterlijk helpen genezen van de blindheid waar we nu het slachtoffer van zijn, en die maakt dat we volle kracht Titanic-gewijs vooruit stomen richting de ijsberg of de afgrond (of de dead-line). Zoals de Inuit innig vertrouwd zijn met sneeuw en ijs, zo zouden we ons kunnen vertrouwd maken met nuances van stilte. Zodat we onze perceptie niet enkel trainen en versterken als een spier, maar ombuigen naar een ander soort focus. Dat zou ons mogelijk in staat stellen om informatie op te vangen die we nu steevast missen, hoewel we die broodnodig gaan hebben in de transities die ons wachten.


We staan voor immense uitdagingen en overweldigende crisissen, maar panikeren noch wegkijken gaan ons helpen daarmee om te gaan. Onze beste hoop ligt in het onder ogen zien van wat er op ons afkomt, met héél veel aandacht en focus, met al onze zintuigen op scherp en al onze vermogens tot denken, voelen, waarnemen en handelen paraat en bereid om te doen wat nodig is. Ons overleven zou er wel eens van af kunnen hangen. 

Sneeuw, ijs, stilte,... dat ja, maar ook veel meer: de hele wereld vraagt om ál onze aandacht en ál onze zintuigen. Minder zal niet volstaan. 





Nu jullie aan het einde gekomen zijn van deze mijmering, zou ik jullie willen bedanken voor het lezen (of beluisteren) van deze tekst. Ik vind het altijd bijzonder als iemand me vergezelt in mijn mijmeringen en meditaties, en ik waardeer ten zeerste dat je de tijd en de aandacht hebt vrijgemaakt om deze en andere teksten te lezen of te beluisteren. 

De inhoud van deze mijmering indachtig, zou ik graag besluiten met het volgende:

Mag ik vragen om even wat aandacht te hebben voor de geluiden die je omringen, nu op dit moment? 

Indien je zit, kun je je aandacht even brengen naar het gevoel van je voeten op de grond, je zitvlak op de stoel, je hoofd? Hoe voelt je lichaam, en je energie, op dit moment? 

En als je je aandacht nu, op dit moment, laat gaan naar je omgeving en de geluiden daarin, wat merk je dan? Kun je een tijdje met je aandacht blijven bij wat er is, of dat nu stilte is of één of ander geluid? 

En als er stilte is, op dit moment, rondom je, hoe voelt die stilte? Zou je er een naam aan kunnen geven? En is de stilte aangenaam?



Bedankt voor het lezen en luisteren, en tot de volgende aflevering,


Het ga jullie goed,

Filip



 



Wil je graag op de hoogte blijven? Abonneer je op de nieuwsbrief en updates van de blog!

Je krijgt één of twee keer per maand een post uit de reeks 'Mijmeringen en Meditaties', met de nadruk op hoop en ideeën voor een betere wereld

Eén maal per maand krijg je een overzicht van de andere nieuwe blogposts en essays.

Je kan je op elk gewenst moment uitschrijven.
A Biosphere Project deelt geen data met derden

Wil je A Biosphere Project graag steunen?

Je kan dat doen door een éénmalige of weerkerende donatie.

Neem een kijkje op de steunpagina waar je ook de drie vormen van periodieke donatie en lidmaatschap kan ontdekken. 

Alvast bedankt voor je interesse! 

Door een donatie help je mij om me full-time te wijden aan A Biosphere Project!

Je kan je lidmaatschap op elk gewenst moment stopzetten..
A Biosphere Project deelt geen data met derden

bottom of page