top of page
filipvk

Wat te doen? (Een lijst)

Bijgewerkt op: 15 mei 2021




(Deze tekst is niet echt een 'essay', maar verscheen oorspronkelijk als een uit de hand gelopen Facebook-post op 19 oktober 2020.Ik wilde de tekst hier ook publiceren, aangezien het schrijven van deze tekst deel uitmaakte van de ontkiemende fasen van mijn nieuwe focus, en een gelegenheid om mijn eigen overtuigingen en acties te onderzoeken aan het begin van dit nieuwe levensproject.

Als essay is het nogal gebrekkig, Ik beschouw het meer als een 'gedachtegang', bijna in één keer geschreven, alle 25 pagina's ervan. Het barstte een beetje uit mij (en mijn voegen) alsof het te lang had gewacht om geboren te worden.Dit maakt het tot een nogal impulsieve tekst, maar ik koos ervoor om hem hier te delen omdat het een uitbarsting van energie was die belangrijk voor me was.)


WAT TE DOEN (EEN LIJST)

Ik ben een onverbeterlijk optimist en dat verbaast sommigen die me zien als een ‘alarmist’ als het over het klimaat en de biosfeer-crisis gaat.

En ja, ik ben er - met het overgrote deel van de wetenschappelijke wereld - ook nog steeds van overtuigd dat het ‘niet te laat is’ en dat we nog heel veel kansen hebben om het tij te doen keren en de finale teloorgang van ons biotoop te voorkomen.

Dat zal echter niet vanzelf gaan, en vooral aangezien onze politieke verkozenen in België nog grotendeels in een staat van volledige ontkenning zijn (gelukkig begint dat op Europees niveau al te veranderen) zal het nodig zijn dat wij allen een steentje - of steen - bijdragen aan de transities die op komst zijn.

En sinds ik me ‘ge-out’ heb als iemand die veel met ‘het klimaat’ en alle problematiek daaromheen bezig is, krijg ik wel eens de vraag wat iemand individueel kan doen in deze.

Veel mensen zijn wel degelijk bereid hierover na te denken om hun gedrag aan te passen, maar ze weten niet goed hoe daaraan te beginnen, of voelen zich al bij voorbaat machteloos en overweldigd.

Er circuleren natuurlijk al vele antwoorden op die vraag, en veel van die antwoorden gaan allereerst over wat ieder voor zich kan doen om zijn/haar CO2 uitstoot te beperken.

Ik zou graag een ander soort antwoord willen formuleren.

De voortdurende focus op de (on)mogelijkheden voor elk individu om de eigen CO2 uitstoot te verminderen, leidt op dit moment eerder tot een toenemende aversie van het onderwerp, apathie, of moedeloosheid. We weten eigenlijk niet hoe we met die informatie moeten omgaan en daardoor sluiten we ons vaak af van het volle bewustzijn van de crisis in ons biotoop.

Wat allereerst primeert om als samenleving vooruit te geraken in deze (en dat is de enige manier waarop we vooruit gaan geraken, als echt collectief en niet als optelsom van individuele consumenten), is het dramatisch toenemen van het collectieve bewustzijn van onze situatie, en het creëren van een zeer breed maatschappelijk draagvlak voor zeer ingrijpende omwentelingen in onze samenleving.

Het onderstaande antwoord zal ik verder articuleren op het platform van mijn website, die nog in aanbouw is. Deze website zal de thuisbasis worden voor een blog, essays, fotografische projecten en mogelijke samenwerkingen.

Als antwoord op de bovenstaande vraag, zal ik zal hierbij nu een persoonlijke ‘top-tien’ delen: tien dingen die elk individu naar mijn mening meteen kan beginnen doen om te helpen bij de transities waar we voor staan. Een lijstje dus, en ’te-doen lijstjes’ hebben een soort van overzichtelijkheid die we nu wel kunnen gebruiken.

Een aantal van deze tien items zal misschien evident en vertrouwd zijn, andere kunnen eerder onverwacht lijken voor zo’n lijst.

Men zal al meteen opmerken dat bijvoorbeeld de auto aan de kant laten staan of stoppen met vliegreizen niét in mijn top-tien staan. Mocht het een top twintig zijn, dan zouden ze er wél instaan, maar ze zijn momenteel van eerder bijkomstig belang voor het resultaat op korte termijn en het versnellen van de transities waar we voorstaan. Ik zal dit standpunt, dat misschien ook al weerstand zal oproepen bij ‘orthodoxe’ klimaat-activisten, later toelichten.

Ik deel de volledige lijst én enkele verdere beschouwingen over elk punt nu in één keer, wat het tot een lang ‘essay’ maakt. Te lang voor sociale media natuurlijk, maar tot mijn website online gaat, zal ik ook mijn langere teksten langs deze weg delen. Ik zal de komende weken elk punt nog eens apart delen, aangezien herhaling de moeder van het onderwijs is, en aangezien het in één keer een hele boterham is.

Mijn ‘te-doen lijst’ dan:



1. Kijk vanaf nu écht naar de klimaat- en biosfeer crisis, loop er niet van weg, laat het ten volle toe in je bewustzijn. Voel wat dat besef met je doet, en blijf er toch naar kijken. Maak het deel van je dagelijks bewustzijn. Maar besef ook ten volle dat onze situatie (nog) niet hopeloos is.

Dit eerste punt is momenteel écht de allerbelangrijkste uitdaging voor ons allen, en kan wat ‘werk’ vragen. Het is ook een voorwaarde voor alle andere punten.



2. Prààt erover, maak geluid, deel het, start de conversatie, zo vaak je maar kan. Wees actief en communicatief over het onderwerp, maak jezelf zichtbaar als iemand die ermee bezig is. Stop met denken dat het geen verschil maakt of jij persoonlijk geluid maakt of niet. Laat ook de overtuiging los dat jij persoonlijk geen betekenisvolle impact kan hebben op onze samenleving en toekomst.



3 Informeer jezelf zo grondig mogelijk. Check je bronnen, en wend je tot veel verschillende bronnen, liefst ook internationale media als je andere talen machtig bent.. Geef de informatie die je inwint door aan je omgeving. Indien je daar geen tijd voor kan vrijmaken - en er zijn zeker heel wat mensen die in zo’n situatie verkeren - voel je daar dan niet schuldig over. Maar onderzoek dan tenminste wel of dat écht zo is. We verdoen vaak onze tijd met zaken die allerminst essentieel zijn, en soms kunnen we àndere keuzes beginnen maken.



4 Denk nà. Stel je niet tevreden met de eerste opinie of het eerste label of oordeel dat bij je opkomt. Probeer de gewoonte te ontwikkelen om zo grondig mogelijk na te denken, niet alleen over het klimaat maar over àlles - de biosfeercrisis is verbonden met nagenoeg alles wat wij doen en laten hier op deze planeet. Kwalitatiever denken is een gewoonte die ontwikkeld kan worden, net zoals een fysieke conditie. Het vereist wel een voortdurende openheid tot dialoog en de bereidheid om je standpunten in vraag te stellen.



5 Maak aan je volksvertegenwoordigers (op alle politieke niveau’s) duidelijk hoe belangrijk deze kwestie is voor jou ongeacht tot welke partij die behoren of voor wie je stemt. De biosfeer-crisis gaat ons allen evenzeer aan, ongeacht onze politieke voorkeuren. Indien je dat kàn doen, geef dan bij voorkeur je stem aan politici of partijen die het klimaat en de biosfeer hoog op hun agenda hebben staan. Maar het klimaat is zeker geen zaak enkel voor ‘groene’ partijen, en indien je om één of andere reden aan een andere partij gehecht bent, laat dan aan je volksvertegenwoordigers weten dat dit thema voor jou belangrijk is en dat je wenst dat je partij dit als belangrijk gaat beschouwen. In België en Vlaanderen verkeren de meeste politici nog in staat van ontkenning, en het is mede aan ons om daar verandering in te brengen.



6 Eet geen of zo weinig mogelijk vlees, vooral geen rundsvlees. Industriële , grootschalige landbouw is één van de grootste bronnen van C02 emissies, en één der grootste bedreigingen voor ons biotoop vanwege het voortdurend verder aantasten van ‘wilde natuur’, het niet aflatende gebruik van pesticiden en insecticiden, en het vernietigen van de complexiteit van lokale biotopen. De productie van rundvlees is hierbij wereldwijd één der grootste factoren.



7 Schakel over naar een energieleverancier die 100% hernieuwbare energie levert.

En doe vanzelfsprekend alles wat je kan om je energieverbruik thuis te beperken, want ook hernieuwbare energie kan geen vrijbrief zijn om energie te verspillen. Energie is een zeer kostbaar goed en we zullen er anders mee moeten leren omgaan.



8 Koop zo weinig mogelijk kledij, was deze zo weinig mogelijk en draag deze kledij zo lang mogelijk. De wereldwijde kledingindustrie is één van de grootste netto bronnen van CO2 uitstoot (meer dan alle wereldwijd vliegverkeer en maritiem transport samen) én wereldwijd een van de grootste verbruikers van een kostbare grondstof die steeds schaarser zal worden: drinkbaar water.

Kies eerder voor minder kledij kopen dan voor goedkoop kopen. Het wassen van onze kledij is wereldwijd één van de grootste bronnen van microplastics in afvalwater.

Laat aan je producenten weten dat de ecologische en sociale kostprijs van hun producten een essentiëel element is bij jouw keuzes als consument.



9 Koop voor zover je budget het toelaat voedingswaren uit biologische landbouw, liefst kleinschalig en lokaal verankerd, met een zo kort mogelijke aanvoerlijn. Het aspect van de aanvoerlijnen is hierbij erg belangrijk: het is een absurd om wijn uit Australië over de halve wereld tot hier te transporteren als we geweldige wijn in overvloed hebben in Europa.

Klassieke landbouw en monocultuur zijn een vorm van chemische oorlogvoering tegen de planeet die mede aan de basis liggen van de massale uitstervingsgolf die onze planeet nu treft.



10 Dit punt kan evengoed ook op nummer één staan: als je kinderen hebt, geef ze de ruimte om op te groeien tot zelfstandige, vrije, gelukkige, evenwichtige volwassenen, die kritisch kunnen nadenken, goed kunnen communiceren, in nauw contact staan met hun gevoel, onafhankelijke keuzes kunnen maken, niet bang zijn om de gebaande paden te verlaten, niet in de eerste plaats bekommerd zijn om verwerven van bezit of sociale status, tolerant en open zijn voor verschillende standpunten, oude waarheden en paradigma’s in vraag kunnen en durven stellen, empathisch en sociaalvoelend zijn, en die doordrongen zijn van de onderlinge verbondenheid van alles en van hun band met hun leefwereld. En die in staat zijn om actief op te komen voor wat ze juist achten, eerder dan zich gehoorzaam in het systeem proberen in te passen.

Tot zover mijn top tien van zaken die vanuit mijn perspectief eenieder meteen kan beginnen doen om te helpen bij de maatschappelijke transitie die de klimaat- en biosfeer crisis moet ombuigen. Ik zal verderop elk punt nog wat uitgebreider toelichten.

Men kan allereerst opmerken dat van deze ‘top tien’ de eerste vier items zaken betreffen die hoofdzakelijk in ons hoofd (en in ons hart) dienen te gebeuren, en dat punt vijf een is dat ‘enkel’ een actie inzake communicatie betreft.

Waarom allereerst deze vijf, die op het eerste zicht niet meteen veel gaan veranderen aan onze

CO2 uitstoot of onze ecologische voetafdruk? Waarom niet allereerst punt zes of zeven, of iets over vliegreizen?

Ik zal daar bij elk van de voornoemde punten wat dieper op ingaan, maar om te beginnen dit: we moeten de mogelijkheid onder ogen zien dat we teveel gefocust hebben op onze CO2 uitstoot en het snel omlaag krijgen daarvan. Dat lukt namelijk voor geen meter. Ondanks de enorme toename van de productie van hernieuwbare energie wereldwijd, is de afgelopen twintig jaar niet één industrieland erin geslaagd om ook maar één doelstelling te halen inzake CO2 uitstoot. Niet één. En het heeft er alle schijn van dat dat de komende tien jaar, die als cruciaal worden beschouwd voor het ombuigen van deze crisis, niet anders zal zijn.

Mogelijk liggen de oplossingen elders, met name in de heroriëntering van de landbouw en in het opnieuw wild maken van grote delen van de planeet. In zijn nieuwste boek ‘Climate, a New Story’ heeft auteur en klimaat-denker Charles Eisenstein het bijvoorbeeld helemaal niet meer over de CO2 emissies in zijn analyse van waar we naartoe moeten om onze biosfeer te redden. Ook om die reden: het lukt gewoon niet, en het ziet er niet naar uit dat het gaat lukken de komende tien jaar.

De redenen waarom dat niet lukt vormen een hoofdstuk apart waar ik nu niet zal op ingaan, maar die alles te maken hebben met het Verhaal en de Mythologie waar wij als soort als vele duizenden jaren in leven. Maar het feit dat dat niet lukt betekent niet dat de situatie hopeloos is en dat er geen andere acties mogelijk zijn die zelfs nog een groter effect kunnen hebben.

De nadruk op individuele actie als consument in deze is ook een soort karikatuur van de desintegratie van het idee van ‘samen-leving’ tot een arena van individuen en consumenten die eigenlijk niet meer tot collectieve synthese en actie in staat zijn, terwijl machtige belangengroepen en lobby’s dankbaar gebruik maken van deze atomisering van de samenleving om hun agenda’s blijvend gerealiseerd te krijgen.

Maar individuen gaan inzake een drastische ombuiging van onze economische processen en mondiale energie-huishouding allerminst snel een beslissende invloed kunnen uitoefenen. Het idee alleen al is een absurditeit.

De oplossingen die het snelst een verschil kunnen maken voor de biosfeercrisis zullen voor een groot deel enkel haalbaar zijn door beslissende sturende acties vanuit de lokale en (trans)nationale overheden. Deze sterke bestuurskeuzes zullen enkel gemaakt worden als de druk van onderuit groot genoeg wordt, met andere woorden als het ‘maatschappelijk draagvlak’ een kritische grootte bereikt.

De keuzes die wij als individuele consument gaan maken de komende decennia, zijn ook wel degelijk heel belangrijk (en ik zal verderop in deze tekst de keuzes aangeven die ikzelf al heb gemaakt de afgelopen twintig jaar), maar gaan op zich absoluut onvoldoende zijn om nog maar een begin van verschil te maken tegen 2030, onze ‘deadline’ voor beslissende klimaatactie. Bovendien zijn onze keuzemogelijkheden soms beperkt, en zijn bepaalde opties momenteel onvermijdelijk door een socio-economisch systeem dat in de loop van decennia of zelfs eeuwen is uitgebouwd tot een bijzonder complex geheel van relaties en functies die ons soms maar weinig keuzevrijheid laten.

Jezelf loskoppelen van dit systeem is bijna onmogelijk (tenzij je in een passiefhuis gaat wonen zonder elektriciteit, niet meer gaat werken, enkel leeft van je eigen groentetuin en je afvalwater zelf behandelt, maar stellen dat dat niet echt haalbaar is voor de meesten van ons, is een understatement.

Nee, voor de meesten van ons zijn bepaalde keuzemogelijkheden binnen de huidige organisatie van onze samenleving eerder beperkt, en dat is ook wat veel mensen het gevoel geeft dat ‘je niet meer kan leven’ als je écht iets voor het klimaat of de planeet wil doen, wat een algemeen gevoel van machteloosheid, gelatenheid, onverschilligheid en passiviteit in de hand kan werken.

Een mondiaal systeem van productie en consumptie omvormen tot één dat ons dienstbaar is in plaats van andersom, zal ook minstens één, waarschijnlijk verschillende generaties vragen. Hoewel het soms heel snel kan gaan, zoals de transities na de tweede wereldoorlog bewijzen.

Heel veel van de hervormingen die nodig zijn moeten op nationaal en internationaal vlak geïnitieerd en gestuurd worden, omdat het vaak gaat over zaken die niet meteen in onze handen liggen: de wereldwijde herorganisatie van handel, transport, openbaar vervoer, sociale zekerheid, energie, landbouw, visserij, bosbeheer, enzovoort enzovoort. Landbouw bijvoorbeeld is één der grootste netto bronnen van CO2 én één der grootste bedreigingen voor ecosystemen en biodiversiteit wereldwijd. De wereldwijde heroriëntering van de landbouwproductie is een titanenwerk dat een ‘Marshall - plan’ op zich zal vragen.

Nee dus, het zal niet het afzeggen van die vliegvakantie zijn die het verschil gaat maken, ook niet als we dat met miljoenen tegelijk doen (het wereldwijde vliegverkeer is verantwoordelijk voor 2,5 percent van de mondiale uitstoot, 3 à 4 procent na correctie omwille van de hoogte waarop die uitstoot plaatsvindt), hoewel we in de toekomst absoluut anders zullen moeten leren omgaan met de energie/CO2-kostprijs van reizen.

Jazeker, je auto vaker aan de kant laten staan is aan te bevelen, maar dat gaat op zich òòk niet meteen het verschil maken, zelfs niet als we dat met miljoenen tegelijk doen - wat sowieso niet gaat gebeuren vanwege de vereisten van het socio-economisch systeem waarover ik het al eerder had, en het voorlopig ontbreken van een werkbaar alternatief voor heel veel mensen in westerse samenlevingen (samenlevingen die al decennia lang hun hele infrastructuur en economische dynamiek oriënteren op koning auto).

Als we willen dat de Belg (of Europeaan of Amerikaan) in het huidige systeem zijn/haar auto vaker aan de kant laat, dan moeten de alternatieven volwaardig uitgebouwd worden in plaats van kapotbespaard: een alomtegenwoordig, CO2-neutraal en goedkoop openbaar vervoer bijvoorbeeld (liefst gratis, zoals in Luxemburg nu al een paar jaar het geval is). En een betaalbaar internationaal geharmoniseerd netwerk van treinverbindingen doorheen Europa en de herinvoering van de nachttrein. Zolang de alternatieven gebrekkig of onbestaande of erg duur zijn, zal de Belg zijn auto niet of onvoldoende aan de kant laten staan.

Maar bovenal moet het economisch systeem waar we met z’n allen in leven (en door geleefd worden, zoals meer en meer mensen aanvoelen) grondiger veranderen dan we nu voor mogelijk houden, een onderwerp dat ik in latere essays wat diepgaander zou willen benaderen.

Dat maakt dat wat we kunnen doen om snel een dramatisch groter draagvlak te creëren voor snelle maatschappelijke omwentelingen, in mijn ogen nu veel belangrijker is dan wat we individueel gaan beginnen doen om onze CO2 voetafdruk te verkleinen.

Nogmaals, niet dat die individuele acties onbelangrijk zijn, wel zeer integendeel, en het zou ook geen hout snijden om dingen te prediken waar je op persoonlijk vlak al geen enkele moeite of investering voor doet. Maar de verantwoordelijkheid voor de nodige omwentelingen en transities uitsluitend in de handen leggen van de individuele burger en consument is nogal absurd zodra je er wat nader naar kijkt, en ik zal later verder ingaan op die absurditeit. De optelsom van al onze mogelijke individuele acties zal in geen geval voldoende zijn om binnen tien jaar een verschil te maken. In geen geval, en dat is een harde cijfermatige waarheid. Indien we twintig jaar geleden begonnen waren misschien wel, maar nu zal er zo’n snelle en dramatische hervorming van onze hele samenleving moeten volgen, dat dat alleen door een sterk overheidsingrijpen en sturing mogelijk zal zijn. Zoals dat voor de corona-crisis nodig was en is, of zoals dat voor de Grote Depressie nodig was door een ‘New Deal’ van Roosevelt bijvoorbeeld, analogie welke geleid heeft tot de naam van de huidige nieuwe ‘Green New Deal’.

Deze ‘Green New Deal’ is een stap in de goede richting, maar zal zelfs indien het echt beleid wordt òòk nog allesbehalve voldoende zijn. Maar alles begint met een eerste stap, en hoe groter het draagvlak zal zijn in Europa, hoe groter de kans dat ook verdere stappen zullen genomen worden.

De jonge Zweedse activiste Greta Thunberg is zelf veganiste geworden en zal nooit het vliegtuig nemen, maar haar échte bijdrage aan de snelheid en grondigheid van de transitie is het ‘geluid’ dat ze gemaakt heeft, de manier waarop ze zichtbaar een standpunt heeft ingenomen met totale toewijding en moed. Als we daar meer van gaan zien, dan zal dat een veel groter verschil maken dan of je al dan niet nog die vliegvakantie naar Thailand gaat doen of niet. Los van de vraag of je die vliegvakantie naar Thailand écht nodig hebt, en of je niet dichter bij huis op reis kan. Maar dat is een rekening die ieder voor zichzelf moet maken, en waar ook nog vele andere aspecten aan verbonden zijn waar ik ook in een ander essay dieper op in zou willen gaan.

Als we een sterke sturende overheid hebben die vliegreizen correct belast en dus veel duurder maakt, zal er vanzelf minder gevlogen worden.

Natuurlijk was het voor Greta Thunberg ook nodig om als rolmodel het vliegtuig te vermijden en enkel nog veganistische voeding te kiezen, maar we moeten niet allemaal Greta Thunberg zijn om een verschil te maken. Dat soort verwachting van absolute perfectie - die overigens in geen enkel ander maatschappelijk vraagstuk aan de orde is en erop wijst dat er meer aan de hand is dan een ‘gewoon’ maatschappelijk probleem - helpt ook alleen maar om de blokkade te vergroten, en duwt veel mensen richting apathie, projectie en ontkenning.

Het netto resultaat van de (vaak onuitgesproken) nadruk op de noodzaak tot perfect persoonlijk gedrag is dat de meeste mensen helemaal niets aan hun gedrag veranderen en weigeren verder na te denken over het hele onderwerp van de klimaat- en biosfeercrisis.

De nadruk leggen op het eisen van verregaande persoonlijke gedragsveranderingen van de individuele consument die zonder sturing vanuit de overheid voor velen amper haalbaar zijn in ons huidige socio-economische bestel, creëert vooral aversie en apathie.

Alsof men in volle corona-crisis de volledige verantwoordelijkheid bij elk individu afzonderlijk zou leggen, zonder enige sturing, regelgeving of zelfs zonder enige raadgeving van bovenaf.

Of alsof men het verkeer zou proberen in goede banen te leiden door enkel beroep te doen op de persoonlijke verantwoordelijkheid van de individuele weggebruiker, zonder enig verkeersreglement of wegcode.

Of alsof men de organisatie van onze steeds complexere samenleving niet via wetten en georganiseerde bestuursvormen zou pogen vorm te geven, maar alles gewoon aan de ‘individuele consument’ zou overlaten.

Hoe vreemd dan, dat inzake de grootste en meest complexe crisis waar onze soort ooit heeft voorgestaan - een crisis die in het ergste geval het einde van onze soort en de meeste nu levende soorten op deze planeet zal betekenen - de verantwoordelijkheid eerst en vooral bij de ‘individuele consument’ zou liggen? Het is een absurd idee, en één dat vooral bepaalde industriële en financiële machtscentra goed uitkomt. Zolang die ‘individuele consument’ zich vastrijdt in apathie ontstaan uit tegenstrijdige angsten, verlangens, schuldgevoelens en impulsen, ontsnappen ook de grootste vervuilers en de grootste lobby’s aan de maatschappelijke aandacht, en kunnen ze ongehinderd doorgaan met beïnvloeding van onze beleidsstructuren en politici ter vrijwaring van hun eigenbelang. En je kan hen dat zelfs niet kwalijk nemen want ze spelen het spel zoals we dat al jaren mee organiseren, en zoals ons economisch systeem dat al jaren aanmoedigt en faciliteert.

Maar nogmaals (herhaling is de moeder van het onderwijs), dit betekent niet dat je persoonlijke keuzes in deze onbelangrijk zouden zijn, alleen dat het creëren van een zeer groot maatschappelijk draagvlak voor snelle omwentelingen en een sterk sturende overheid momenteel veel en veel belangrijker is. En dit net omdat de meest ingrijpende veranderingen niet meteen van onze individuele gedragsveranderingen zullen afhangen, maar alleen door een zeer snel en sterk overheidsingrijpen mogelijk zullen zijn. Het op korte tijd creëren van een groot maatschappelijk draagvlak voor een verregaande maatschappelijke omwenteling is een allereerste absolute voorwaarde om onszelf te redden op dit punt.

Door haar ‘geluid’ werd Great Thunberg gehoord tot in de Europese parlementen en op het World Economic Forum in Zwitserland. En daar begon het verschil dat ze al gemaakt heeft echt te tellen, wat er al mede toe heeft geleid heeft dat de ‘Green New Deal’ tenminste al een intentie tot beleid is in Europa. Dat is een resultaat dat nu oneindig veel belangrijker is dan de hoeveelheid CO2 die ze heeft ‘bespaard’ door zelf voor veganistische voeding te kiezen.

Niet iedereen kan al dezelfde keuzes maken als Greta, maar iedereen kan wel al meewerken aan het creëren van een draagvlak voor een verregaande maatschappelijke en politieke omwenteling. Dat is eigenlijk ook de essentie van democratie: het is niet voldoende om om de vijf jaar een vakje aan te kruisen op een stemcomputer. Democratie vereist eigenlijk een permanente betrokkenheid bij de richting die onze samenleving uitgaat. Dat is toch de essentie van democratie? Dat het volk kiest waar we naartoe gaan. Natuurlijk staan we zeer ver af van een ‘echte’ democratische besluitvorming, maar alleen door zélf veel actiever te worden in het mee richting geven aan onze samenleving, zullen we daar iets aan kunnen veranderen. En dat is momenteel nog veel belangrijker dan je persoonlijke keuzes als consument. Nogmaals (herhaling is de moeder van het onderwijs), hoe belangrijk die eigen keuzes ook zijn, en hoe onlosmakelijk die ook verbonden zijn met de processen op macro-niveau.

Bovendien is het vraagstuk van de persoonlijke keuzes niet zwart-wit, en je persoonlijke keuzes kunnen evolueren. Begin érgens, en je zal een paar jaar later alweer verder staan.

Ik zal aan het eind van dit essay ook aangeven welke individuele keuzes ìk gemaakt heb in deze de afgelopen twintig jaar, en deze keuzes blijven ook evolueren.

Maar voor het creëren van een groot maatschappelijk draagvlak is het dan eerst en vooral essentieel dat we met z’n allen veel en veel sterker doordrongen raken van de realiteit waar we voor staan, zònder evenwel de hoop te verliezen. We kunnen moediger en alerter zijn in ons bewustzijn van onze situatie, en dit bewustzijn ook veel actiever delen en er veel vaker over communiceren. Dàt lijkt mij niets minder dan de belangrijkste bijdrage die iedereen momenteel meteen kan leveren aan de maatschappelijke transitie waar we voor staan. En daarom ook staan punt één tot en met punt vijf ook bovenaan in mijn lijst, omdat ze de voorwaarde vormen voor het creëren van het maatschappelijk draagvlak dat we nodig gaan hebben voor de ingrijpende omwentelingen waar we voor staan.



Hierbij zou ik de tien punten in mijn lijst even afzonderlijk wat nader willen toelichten. Ik zal deze later per punt nog eens afzonderlijk delen.



1 Kijk er écht naar, loop er niet van weg.

Een bijzonder vaak voorkomende reactie van mensen bij het ter sprake komen van de klimaatcrisis is: “ik wil het niet weten”.

Ook mensen die op de hoogte zijn en betrokken bij het onderwerp, ontwijken vaak het volle besef van wat er aan de hand is. Het gaat al snel overweldigend of deprimerend lijken. Áls het ter sprake komt bloedt de conversatie al snel dood, of wordt de sfeer ongemakkelijk. Men wordt ook behoorlijk snel defensief vanuit een grotendeels onbewust gevoel dat we allemaal méé verantwoordelijk zijn voor de situatie.

We voelen ons aangesproken maar we voelen niet meteen dat we veel kunnen veranderen aan onze situatie en onze gedragingen (de druk en vereisten van het systeem waarover ik het had), en dat zorgt vaak meteen voor wrevel, irritatie, aanval door projectie van het eigen schuldgevoel, met als gevolg ofwel een bitsige discussie, onmiddellijke kritiek op degene die het onderwerp ten berde brengt, ofwel (wat vaker gebeurt) het voortijdig afbreken van het gespreksonderwerp.

Dit maakt van de klimaat- en biosfeer crisis de eeuwige reusachtige witte olifant in de hoek van de kamer. Er staat al een wit beest in élke hoek van de kamer, we kunnen geen kant meer uitkijken en dus kijken we maar omlaag naar onze voeten met een sluimerend schuldbesef en een verlangen naar verandering dat niet tot ons bewustzijn kan doordringen en niet tot ontplooiing kan komen.

En zelfs als we alleen zijn laten we het besef van de omvang van de crisis niet gauw toe. We willen hoop, we willen geloven dat de wereld een betere plek wordt, we willen geloven dat onze kinderen het béter gaan hebben dan wij. Maar nu staat vast dat onze kinderen en kleinkinderen in veel opzichten een moeilijkere tijd wacht dan de onze. En dat besef is niet makkelijk om ten volle binnen te laten. Wàt we ook maar doen nu, ons klimaat is voor eeuwen gedestabiliseerd, en onze biosfeer zal nog lang op de rand van de klinische dood balanceren. We hebben al eerder zware tijden doorgemaakt als soort, maar het ‘decor’ was tenslotte stabiel. Jazeker, er zijn ijstijden geweest en ‘warme perioden’, maar de verandering is nog nooit zo snel gegaan als nu, en in vroegere tijden waren samenlevingen ironisch genoeg minder kwetsbaar: ons geavanceerde en deels virtuele leven is bijzonder fragiel, iets wat de corona-crisis heeft duidelijk gemaakt. Zonder elektriciteit of internet bijvoorbeeld stort onze wereldwijde hoogtechnologische maatschappij op enkele dagen tijd in elkaar, en zouden de meeste mensen niet meer in staat zijn om zelfs maar in hun elementaire behoeften (voedsel, warmte) te voorzien. Waarschijnlijk is onze ‘beschaving’ minder in staat om zulke calamiteiten te overleven dan de Middeleeuwse. En dat wéten we ook, zij het grotendeels onbewust: het hamsteren van pasta en wc papier was de expressie van een nauwelijks bewust besef van de onwaarschijnlijke fragiliteit van ons mondiale ‘beschaving’.

Nee, we willen het doorgaans niet weten en er niet naar kijken.

Laat dàt nu eens veranderen. Dit is de eerste voorwaarde voor al het andere. Kijk er écht naar, loop niet meer weg, laat het ten volle toe: onze wereld staat er erg slecht voor, en onze kinderen en kleinkinderen zullen het geweten hebben.

Laat ook toe om te voelen wat dat besef met je doet: het verdriet, de eventuele wanhoop zelfs, alle gevoelens die daarbij kunnen opkomen. Loop er niet van weg maar blijf erbij.

Ervan wegkijken is geen ‘optimisme’ maar struisvogelpolitiek, een strategie die zelden werkt en in dit geval garant staat voor een veel slechtere afloop voor onze kinderen en kleinkinderen.

Ernaar kijken is geen ‘pessimisme’ of ‘doemdenken’ maar een essentiële vorm van realisme en verantwoordelijkheidszin. Het is absoluut nodig om een fundament te leggen voor de transities die essentieel zullen zijn om een leefbare toekomst te creëren, en die niet enkel de apocalyps zullen helpen voorkomen maar kunnen leiden tot een veel bétere wereld in elk mogelijk opzicht.

Door ernaar te kijken, en erbij te blijven, nemen we ten volle de verantwoordelijkheid voor de toekomst van ons nageslacht.

Laat het toe in je bewustzijn en houdt het daar ook. Voel wat het met je doet, kom alle emoties onder ogen, en blijf erbij, ‘no matter what’. Maak het besef deel van je dagelijkse realiteit, niet iets waar maar heel af en toe eens bij uitkomt. Laat het besef van onze situatie je steeds aanwezige metgezel zijn die je helpt met keuzes maken en verantwoordelijkheid te nemen voor je acties.

Maar besef ook ten volle dat de situatie allesbehalve hopeloos is! De mens is ook een wezen met een enorme capaciteit tot aanpassing en behept met een onwaarschijnlijk doorzettingsvermogen en veerkracht. Eén mooi voorbeeld daarvan is hoe Europa, dat na de tweede wereldoorlog letterlijk volledig in puin lag na jaren van de wreedst mogelijke slachtpartijen, zichzelf op enkele decennia tijd heeft heruitgevonden tot een samenleving waarin ondanks alle tekortkomingen toch een historisch uitzonderlijk niveau van internationale samenwerking en vrede is bereikt.

Wij zijn tot veel meer in staat dan we doorgaans beseffen, en er is nooit reden tot wanhoop. Als homo sapiens ergens collectief de schouders onderzet, is er niet veel dat hem/haar kan tegenhouden.

In een recent artikel in The Guardian stelt psychologe Caroline Hickman dat ‘klimaatangst’ al enkele decennia aanwezig is - zij het grotendeels onbewust - en dat het een verlammende uitwerking heeft op onze capaciteit tot reactie op deze crisis.

“Een toenemend aantal psychologen is van mening dat het trauma dat het gevolg is van de klimaatveranderingen ook een van de grootste obstakels is in de strijd tegen de toenemende uitstoot van broeikasgassen. Er is een groeiend gevoel dat dit trauma een therapeutisch antwoord nodig heeft om mensen te helpen voorbij de verlamming en in actie te komen.

Een diep gevoel van angst is misschien wel het meest rationele antwoord op het duizelingwekkende tempo van de klimaatontregeling in 2020, maar het is zelden het nuttigste als het gaat om het beïnvloeden van verandering op de schaal die nodig is om de zich ontvouwende crisis te beperken.

Caroline Hickman, docent psychologie aan de Universiteit van Bath, zegt dat klimaattrauma's de afgelopen 40 jaar binnen de collectieve psyche van de westerse samenleving op de loer liggen, waardoor de meeste mensen niet in staat zijn om te handelen op de dreigende crisis die we al tientallen jaren kennen.”

“In eenvoudige bewoordingen, zegt ze, is de menselijke psyche niet zo goed toegerust om informatie of ervaringen binnen te laten die overweldigend moeilijk of storend zijn. Dit is vooral waar als een individu zich machteloos voelt om verandering te beïnvloeden. "Velen van ons weten het liever niet, omdat het anders zo'n acuut verontrustende ervaring voor ons als mensen creëert."

Dit maakt het communiceren van de realiteit van de klimaatcrisis en het onderzoeken van de complexe maatschappelijke structuren die erachter zitten, tot een psychologisch dilemma met existentiële gevolgen. In zijn meest extreme vorm presenteert dit onvermogen zich als een volledige ontkenning van de klimaatcrisis en de klimaatwetenschap. Maar zelfs onder degenen die de schrijnende voorspellingen voor de natuur accepteren, zijn er "micro-ontkenningen" die het vermogen om actie te ondernemen kunnen blokkeren.

Een geest die de grimmige realiteit van de klimaatcrisis wil vermijden, kan afglijden naar een verslagen eco-nihilisme of zich vastklampen aan het gung-ho-optimisme van een vrije-markt "solutioneer". Op deze manier zijn velen in staat om het idee van de klimaatcrisis in gedachten te houden, terwijl ze doorgaan met de gedragingen die deze crisis verergeren.

"Eerlijk gezegd, wat velen van ons onbedoeld doen, is elkaar gewoonweg telkens weer opnieuw traumatiseren", zegt Lertzman. "Ik heb het gevoel dat we ons hebben laten kapen door onze eigen angst, onze eigen urgentie, onze eigen erkenning van de hoge inzet, zodat het ons doof en blind maakt voor de menselijke dimensie van dit verhaal, dat wil zeggen dat we allemaal gehoord en gezien willen worden en gerespecteerd en gewaardeerd, en we willen allemaal het gevoel hebben dat we deel uitmaken van de oplossing. Wat we nu zien is de impact daarvan."

Hickman's werk in het Verenigd Koninkrijk omvat psychologische training voor klimaatcampagnes die hun boodschap willen overbrengen zonder de verdediging op gang te brengen die mensen kan doen stoppen. Het antwoord ligt in een "meedogenloze compassie" - voor onszelf en voor anderen - die het extreme ongemak bij de confrontatie met de crisis erkent, terwijl ze toch de verantwoordelijkheid voor het heden neemt, zegt ze.

"Een maatstaf voor de geestelijke gezondheid is het vermogen om nauwkeurig emotioneel te reageren op de realiteit in onze wereld". Het is dus niet waanzinnig om je angstig of depressief te voelen. Het is geestelijk gezond", zegt Hickman.

Dit "interne activisme" kan de verdediging zachtjes ontmantelen, terwijl het toch verandering eist, door het verlangen te erkennen om zich vast te klampen aan onze psychologische verdediging en er omheen te werken. Het geeft aanleiding tot wat ze "radicale hoop" noemt: een geloof dat zinvolle actie een verschil kan maken, dat geworteld is in de realiteit van de crisis in plaats van een naïef geloof dat het misschien niet zo erg is als we denken.”

Met andere woorden: het is essentieel dat we onze eigen verdedigingslinie tegen het besef van de klimaatcrisis zachtjes maar beslist ontmantelen, en de realiteit ten volle onder ogen zien. Het is de voorwaarde voor alles wat volgt.





2 Prààt erover, maak geluid, deel het, start de conversatie, zo vaak je maar kan.

Het is niet genoeg om je bewust te zijn van de biosfeercrisis, je moet dat ook meedelen aan je omgeving. De witte olifanten moeten de kamer uit, en die kamer met gelucht worden. Doorbreek het taboe in de omgeving. Laat ook eventuele angst los: angst voor afwijzing, angst om voor freak of eco-fundamentalist aanzien te worden, angst om genegeerd of zelfs uitgestoten te worden.

Maak geluid, en dit kan op vele manieren: daadwerkelijk praten met je familieleden, vrienden of collega’s, informatie delen via je sociale media, een mailing opzetten, naar klimaatmarsen gaan (en dat ook aankondigen), enzovoorts. Wees zichtbaar en mondig.

Dit betekent niet dat je degene moet worden die altijd maar over de klimaat- en biosfeerramp gaat zeuren in élk gezelschap. Het betekent alleen dat je het onderwerp niet schuwt en niet bang bent erover te beginnen als er daartoe gelegenheid is. En dat je er niet voor terugschrikt om openlijk informatie of opinie te delen via je sociale mediaplatforms.

Dit betekent ook niet dat je de hele tijd moet beginnen discussiëren of mensen moet proberen overtuigen van iets. Alleen maar dat je open en constructief de dialoog aangaat, en daarbij is luisterbereidheid waarschijnlijk veel belangrijker dan enige vorm van bekeringsijver. De mogelijke polariserende toon die kan ontstaan, kan omgebogen worden naar respect voor elkaars standpunten en achtergrond, en naar wederzijds begrip. De verregaande partijpolitisering van dit onderwerp is onnodig en kan doorbroken worden met informatie. Over hoe meer accurate informatie mensen beschikken, des te meer ze bereid zullen zijn over feiten te praten en niet over ideologie. Het verspreiden van accurate informatie is dan ook van primordiaal belang, en daar kan iedereen aan meehelpen - met dank aan Google en sociale media, die ook een heel pòsitieve rol kunnen spelen in elke mogelijke transitie. Iedereen kan ‘uitzenden’ vandaag de dag, en iedereen kan ‘viraal gaan’. Laten we dat spel niet overlaten aan fanatici en halvegaren allerlei, maar laten we sociale media ten volle aanwenden om ‘geluid te maken’.

En laat ook de overtuiging achter dat je niets kan bereiken, en dat het niet uitmaakt of je geluid maakt of niet. De overtuiging dat onze individuele acties geen verschil kunnen maken is één van onze grootste struikelblokken. Élk individu kan een onwaarschijnlijke invloed hebben op de loop der gebeurtenissen, en ook als dat niet zo is heeft je actie gevolgen in je onmiddellijke omgeving. Elk gevolg telt, op micro-schaal of op macro-schaal. Ook gevolgen op micro-schaal starten resonanties die elders en op later tijdstip onvoorziene grote gevolgen kunnen hebben (het fameuze ‘butterfly-effect’)

Maar je kan ook niet zeker weten of wat je doet geen gevolgen op macro-schaal kan hebben.

Laten we meteen maar het meest voor de hand liggende voorbeeld geven: enkele jaren geleden besloot een vijftienjarig schoolmeisje in Zweden dat ze elke week één dag niet meer naar school zou gaan en die dag met een spandoek post zou vatten voor het parlementsgebouw in Stockholm. Op amper twee jaar tijd heeft dat éne meisje over de hele wereld tientallen miljoenen jongeren én volwassenen geïnspireerd, en heeft haar actie geleid tot tienduizenden schoolstakingen en jongerenmarsen. Na amper één jaar stond ze in het spreekgestoelte van verschillende nationale parlementen, en sprak ze op bijeenkomsten van de invloedrijkste mensen ter wereld, waaronder het jaarlijkse World Economic Forum in Davos. Één vijftienjarig schoolmeisje, dat evengoed had kunnen denken dat ze ‘geen verschil kan maken’ of dat het ‘hopeloos is’. Ik denk dat de Green New Deal absoluut nog geen beleidsproject zou zijn geweest in Europa zonder dat éne meisje. Van een verschil maken gesproken.

En onderschat ook niet hoe jij kan bijdragen aan een ‘infectieratio’ in de samenleving als het gaat over het verspreiden van engagement en inspiratie. Bij een pandemie wordt een reproductiecijfer van drie als catastrofaal beschouwd. Een reproductiecijfer van drie betekent dat elk persoon die met de ziekteverwekker besmet is gemiddeld drie andere personen besmet. Bij dat reproductiecijfer heb je op een paar weken of maanden tijd de hele bevolking besmet.

Welnu, indien jij met jouw ‘geluid’ drie mensen kan inspireren tot het op hun beurt aangaan van een engagement en het maken van ‘geluid’, en die drie mensen op hun beurt ook weer drie mensen ‘besmetten’, enzoverder, dan ontstaat er binnen de kortste keren een maatschappelijk kabaal van jewelste, dat in politieke jargon een ‘draagvlak’ heet. Laten we streven naar een reproductiecijfer van drie (of meer) dus! Onze politici vandaag de dag zijn meestal niet van het kaliber dat zélf een gedurfde visie uitdraagt en een draagvlak creëert voor een nieuw beleid en ingrijpende maatschappelijke keuzes. Nee, het zijn vandaag de dag eerder managers en volgers: ze volgen wat ze dénken dat er leeft in de maatschappij, en daartoe doen ze beroep op marktonderzoek en spin-doctors. Het is wat het is - en wij hebben dat mee gecreëerd, hopelijk komt daar ooit weer verandering in. Maar voor nu moeten we dat draagvlak dan maar zélf creëren, en daar kan iedereen aan meehelpen.



3 Informeer jezelf zo grondig mogelijk. Check je bronnen, en wend je tot veel verschillende bronnen, liefst ook internationale media als je andere talen machtig bent.

Informatie is cruciaal. En informatie is nog nooit zo makkelijk beschikbaar geweest voor iedereen. Dankzij internet is iedereen een muisklik verwijderd van zowat alle data op Aarde. Maar er is bijzonder veel kaf tussen het koren en uitzoeken welke informatie betrouwbaar is, is allerminst evident en lijkt soms - om bij de agriculturele metaforen te blijven - op het zoeken van een naald in een hooiberg. De traditionele media (TV, gedrukte pers, tijdschriften) laten het vooralsnog vaak afweten in deze, en dat heeft vele oorzaken waar ik nu niet dieper zal op ingaan. Bij een aantal buitenlandse publicaties en zenders gaat het er anders aan toe, en ik zal later een kleine opsomming maken van bronnen die ik geloofwaardig en relevant vindt. Het gaat er daarbij vooral om dat je veel verschillende bronnen raadpleegt in binnen en buitenland, en ook daar weer is dankzij het internet een andere wereld ontstaan dan enkele decennia geleden. Jazeker, er is vreselijk veel fake news, desinformatie, onzin, en onversneden haat te vinden op het internet, maar je hebt met één muisklik ook toegang tot zowat alle kranten, tijdschriften en televisiezenders ter wereld. Dat is een instrument dat we moeten gebruiken, eerder dan steeds maar weer terug te vallen op de Vlaamse media. De Vlaming (of Belg) kan erg gehecht zijn aan zijn of haar ‘gazet’, maar je beperken tot één bron, welke die ook is, is meestal geen goed idee omdat het onvermijdelijk een bepaalde eenzijdigheid met zich mee zal brengen.

Voor zover er nog veel verschil is tussen ‘progressieve’ en ‘conservatieve’ media in Vlaanderen, probeer dan een nieuwsbron uit beide strekkingen te raadplegen. Maar beperk je niet tot de Vlaamse media indien je ook maar één andere taal machtig bent. Als je Engels of Frans genoeg ontwikkeld is, verken dan de betere internationale pers, zowel de betere conservatieve als de betere progressieve.

Ook hier kan weer de bedenking gemaakt worden dat je daar ‘tijd voor moet hebben’. En inderdaad, voor veel mensen is het niet evident om die tijd effectief opzij te zetten voor dit. Maar ook hier weer kun je tenminste het onderzoek doen: heb ik écht geen tijd? Of besteed ik mijn tijd gewoon liever aan andere dingen? De krant lezen kan op veel verschillende manieren. Eén manier is onderuit te zakken met de papieren krant als in een warm bad, die van voor tot achter te lezen en daarbij een hoop informatie op te nemen die je eigenlijk niet nodig hebt of irrelevant is. Het is een soort hypnose, een drug bijna, een relaxerende en eigenlijk erg passieve ervaring die niet zoveel verschilt van het kijken naar een soap op televisie.

Een andere manier van omgang met kranten, zowel online met gedrukte media, is het gericht scannen van de informatie op zoek naar die informatie die je écht wil. Dit gaat naar mijn gevoel nog iets beter via de online versies van de kranten en tijdschriften. Hoewel ook daar moet opgelet worden voor hypnose en tijdverspilling.

Bewust omgaan met het verzamelen van informatie is een actief proces, en geen passief ondergaan van een stroom waar je geen vat op hebt. We hebben al gauw de neiging om voor al onze informatie op één krant terug te vallen, en alles wat daar in aangebracht wordt vaak zonder veel kritisch onderzoek te aanvaarden als waarheid. Je nieuws halen uit verschillende bronnen is een betere waarborg tot evenwichtige informatie waarin incongruenties of een bepaalde ‘bias’ sneller duidelijk worden

In Vlaanderen zijn Apache en MO* een goede bijkomende bron van ‘progressieve’ informatie. De Tijd is een interessante ‘conservatieve’ tegenhanger.

In Nederland zijn De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland goede bronnen van ‘progressieve’ informatie. Ik ben nog maar recent de Nederlandse media beginnen ‘scannen’ en ik ben nog niet zeker welke een interessante ‘conservatieve’ tegenhanger daar moge zijn.

Ben je het Engels machtig, dan zou ik volgende kanalen aanraden; The Atlantic, The New York Times (centrum); The Guardian, The Nation, Fair Observer en Jacobin (progressief); en The Financial Times en Bloomberg (conservatief/business). En verder ook nog wetenschappelijke platforms en publicaties zoals Nature of Scientific American.

Ook het Duitse Der Spiegel heeft een Engelstalige versie online, evenals het Franse ‘Le Monde Diplomatique’.

De nieuws-app van de Verenigde Naties is ook een goede bron van informatie die vaak niet de mainstream media haalt.

Er zijn ongetwijfeld nog veel andere, maar dit zijn bronnen die ik alvast vanuit mijn ervaring zou aanraden. Online abonnementen zijn vaak ook veel goedkoper dan abonnementen op gedrukte kranten en tijdschriften. Zo kost The Atlantic me ongeveer zes euro per maand, The Nation vier euro per maand, The New York Times tien euro per maand, Le Monde Diplomatique drie euro per maand, MO* zo’n vier euro per maand. Zo kun je voor de prijs van één ‘gedrukt’ abonnement van een Vlaamse Krant, jezelf abonneren op de online versie verschillende binnen- en buitenlandse media.

Om probleemoplossend te kunnen werken, wat we nu bij uitstek moeten doen, dienen we eerst de dringendste problemen juist te identificeren. Daar is informatie voor nodig, liefst veel informatie. En elk informatie-kanaal heeft zijn eigen ‘bias’ of agenda, die soms de juiste identificatie van het probleem in de weg staat. Dit is een proces dat ook bij zogenaamde ‘kwaliteitsmedia’ vaak in de ‘blinde hoek’ zit, en waar we ons te weinig van bewust zijn.

Tot slot: internationale publicaties die van het klimaat consequent een hoofd-item maken zijn de Britse krant The Guardian en het Amerikaanse Bloomberg..



4 Denk nà. Stel je niet tevreden met de eerste opinie of het eerste label of oordeel dat bij je opkomt. Probeer de gewoonte te ontwikkelen om zo grondig mogelijk na te denken, niet alleen over het klimaat maar over àlles.

Kwalitatiever denken is een gewoonte die ontwikkeld kan worden, net zoals een fysieke conditie. Het vereist wel om voortdurende openheid tot dialoog en de bereidheid om je standpunten in vraag te stellen.

Kwalitatiever nadenken is een permanente uitdaging. Het vraagt een bewuste inspanning, omdat we heel erg vaak al meteen een standpunt innemen uit gewoonte of reactie, zonder dat standpunt aan enig onderzoek te onderwerpen. Zoals de komiek en acteur Tim Minchin het ooit schitterend verwoordde tijdens een ‘inspirational speech’ voor jonge afgestudeerden van zijn alma mater: “Opinies zijn als anussen: iedereen heeft er een. Maar in tegenstelling tot onze anussen verdienen onze opinies het om voortdurend zeer grondig onderzocht te worden”.

Ben je in staat om voorbij je eerste opinie te reiken en te verkennen wat er verderop wacht? Kun je standpunten die je mogelijk al je hele leven aanhangt, nog nuanceren of achterlaten? Kun je eenvoudige tegenstellingen doorprikken en de complexiteit van onderliggende thema’s verkennen en onderkennen? Kun je zwart-wit denken achterlaten en alle grijstonen beter gaan onderscheiden? Kun je standpunten van je ‘tegenstander’ eerlijk onderzoeken op hun waarde, los van ideologische vooringenomenheid? Kun je je eigen ‘blinde vlekken’ en gebrek aan kennis inzake bepaalde onderwerpen eerlijk toegeven? Kun je jezelf weer aan het leren zetten, écht leren, eerder dan voorgekauwde opinies van anderen kritiekloos over te nemen? Kun je je nieuwsgierigheid, die bij ons allen een aangeboren kwaliteit is maar bij velen door een vaak dodelijk vervelend onderwijssysteem en een even vaak monotone en ongeïnspireerde arbeidscultuur in coma is geraakt, weer écht tot leven wekken, en het avontuur van het levensonderzoek met volle intensiteit aangaan? Kun je aanvaarden dat heel veel van wat je ooit is aangeleerd over onze wereld misschien niet waar is? Dat er mogelijk heel erg andere manieren zijn om naar de wereld te kijken, manieren die je nu misschien nog als buitensporig of zelfs krankjorum zou beschouwen? In retrospect zien we dat mensen in vroegere tijden veel zaken geloofden waarvan we nu weten dat ze ‘niet waar’ zijn. Maar ongetwijfeld is het zo dat ook wij heel veel zaken geloven die ‘niet waar’ zijn. Ben je bereid dat te onderzoeken voor jezelf?

Kun je polarisering onderkennen en helpen tegengaan? Polarisering is één van de grootste bedreigingen voor onze samenleving. De VS zijn ons altijd een beetje vooruit, en we kunnen zien hoe dat land nu wegzakt in een disfunctionele chaos en hoe een algehele systeemcrisis van de samenleving en zelfs een burgeroorlog er niet meer geheel ondenkbaar zijn. Ook wij zijn op die weg, en ook hier leidt polarisering tot een toenemende patstelling, agressie en een in toenemende mate disfunctioneel bestuur. Kwalitatiever nadenken kan een voortdurend medicijn tegen polarisering, haat en geweld zijn, en dat hebben we broodnodig. Kwalitatiever nadenken kan je creatieve potentieel ten volle helpen bevrijden, alsook je daadkracht en zin voor initiatief, en die zullen we òòk ten volle nodig hebben als we met z’n allen de grootste transitie in de geschiedenis van onze soort willen aangaan.



5 Maak aan je volksvertegenwoordigers (op alle politieke niveau’s) duidelijk hoe belangrijk deze kwestie is voor jou ongeacht tot welke partij die behoren, of voor wie je stemt. De biosfeer-crisis gaat ons allen evenzeer aan, ongeacht onze politieke voorkeuren. Indien je dat kàn doen, geef dan bij voorkeur je stem aan politici of partijen die het klimaat en de biosfeer hoog op hun agenda hebben staan. Maar het klimaat is zeker geen zaak enkel voor ‘groene’ of ‘linkse’ partijen, en indien je om één of andere reden aan een andere partij gehecht bent, laat dan aan je volksvertegenwoordigers weten dat dit thema voor jou belangrijk is en dat je wenst dat je partij dit als belangrijk gaat beschouwen.

In België en Vlaanderen verkeren de meeste politici nog in staat van ontkenning, en het is mede aan ons om daar verandering in te brengen.

Zoals bij punt nummer twee op mijn lijst, gaat het ook hier over het creëren van het ‘draagvlak’ voor verregaande maatschappelijke veranderingen en een nieuw beleid dat bijzonder ingrijpend en gedurfd zal moeten zijn. In een ‘democratie’ is iedereen daar mee voor verantwoordelijk. Bemerk dat ik het woord ‘democratie’ tussen aanhalingstekens heb geplaatst. Dit omdat we naar mijn mening nog niet in échte democratieën leven. We zijn al een heel eind gekomen sinds pakweg de achttiende eeuw, maar we zijn er nog lang niet. Ik zou daar graag ook in een ander essay dieper op willen ingaan. Voor nu zou ik willen opmerken dat het gevoel van machteloosheid bij de bevolking wel heel erg groot is voor een land waarin we geacht worden - via een systeem van representatieve vertegenwoordiging - zélf te kiezen waar we met onze maatschappij heen willen. Hoeveel mensen geloven dat nog? De kloof en vertrouwensbreuk tussen burger en politiek is totaal, zowel in vele landen van Europa als in de VS. De meeste mensen vertrouwen er absoluut niet meer op dat ze enige invloed kunnen uitoefenen op het bestuur, en dat uit zich in het succes van populistische protestpartijen en demagogen à la Trump, Orbàn, en Johnson.

Maar als we meer democratie willen, kunnen we daar best zélf aan beginnen werken, en daar zijn heel wat manieren voor. Eén van de snelste en eenvoudigste manieren is om met veel overtuigingskracht aan jouw volksvertegenwoordigers te laten weten dat je dit thema van essentieel belang vindt, én hen te laten weten dat je hen daar ook op af gaat rekenen.



6 Eet geen of zo weinig mogelijk vlees, vooral geen rundsvlees.

Landbouw is één van de grootste bronnen van C02 emissies (terwijl het de grootste ‘CO2-opnemer’ zou kunnen worden, met een opnamecapaciteit groter dan die van de verzamelde wereldwijde regenwouden), en wereldwijd één der grootste bedreigingen voor ons biotoop vanwege het voortdurend verder kappen van de laatste oerwouden om ruimte te maken voor productie van vooral soya (voor veevoeder) en palmolie, het niet aflatende gebruik van pesticiden en insecticiden, en het vernietigen van de complexiteit van lokale biotopen door grootschalige industriële monoculturen.

De productie van rundvlees is hierbij wereldwijd één der grootste factoren. De impact van varkensvlees en kip valt in het niet bij die van rundvlees. Ik zal hier niet op de cijfers en de data ingaan, maar de calorieën benodigd voor het ‘vetmesten’ van een rund, zouden veel meer mensen kunnen voeden zònder de tussenstap van de vleesproductie. Runderveeteelt vraagt buitensporig veel landbouwgrond. Veevoeder is vaak soya, waarvoor wereldwijd nog steeds tropisch regenwoud tegen de vlakte gaat. De methaanproductie van runderen (met andere woorden: koeienscheten) is een andere manier waarop runderveeteelt een gigantische impact heeft op het klimaat. De wereldwijde CO2 afdruk van runderveeteelt is een veelvoud van die van alle wereldwijd vliegverkeer samen. Stoppen met het eten van rundvlees, of je consumptie daarvan zoveel mogelijk beperken, is één van de grootste bijdragen die je nù kan leveren aan de wereldwijde klimaathuishouding en de redding van de biodiversiteit op deze planeet, vele malen belangrijker dan of je al dan niet het vliegtuig nemen.

Ben je echt gemotiveerd, wordt dan vegetariër, pescotariër of veganist. Er wordt wel eens gegrapt dat een veganist zoveel mag vliegen als hij/zij wil, aangezien veganisten door hun voedingskeuzes alleen al hun ecologische voetafdruk zò dramatisch verkleinen.

Indien we met z’n allen op deze planeet vlees helemaal van het menu schrappen, kunnen we in één klap niet minder dan de helft van alle landbouwgrond ‘teruggeven’ aan de planeet, terug wild maken, en dat zal broodnodig zijn om de ecosystemen van onze wereld weer gezond te maken. ‘Rewilding the planet’ wordt een van de essentiële uitdagingen waar we als soort voor staan de komende decennia en eeuwen, een uitdaging die nog dringender is dan het terugdringen van onze CO2 uitstoot.

Ikzelf ben nu een half jaar vegetariër, of liever, ‘pescotariër’ zoals dat heet want ik eet soms nog wel bepaalde soorten vis (waarbij ik erop let dat deze vis op een verantwoorde manier gevangen is).

Ik heb vlees geen seconde gemist. Mogelijk zal ik op een dag ook vis schrappen van het menu, of zal ik helemaal op een veganistisch dieet overschakelen. Maar het is ook niet nodig dat iedereen meteen vegetariër of veganist wordt (hoewel dat waarschijnlijk een noodzaak zal zijn op de langere duur), het schrappen van rundvlees van je menu alleen al is een enorme bijdrage.



7 Schakel over naar een energieleverancier die 100% hernieuwbare energie levert.

En doe vanzelfsprekend alles wat je kan om je energieverbruik thuis te beperken, want ook hernieuwbare energie kan geen vrijbrief zijn om energie te verspillen. Energie is een zeer kostbaar goed en we zullen er anders mee moeten leren omgaan.

Dit behoeft verder weinig toelichting. Energieproductie is natuurlijk ook één van de grootste bronnen van CO2 emissie, met steenkool als hoofdschuldige. Er zijn verschillende leveranciers die 100% groene stroom aanbieden, en deze zijn soms goedkoper van de ‘gewone’ leveranciers. Onderzoek wel of de leverancier die je in gedachten hebt écht groen is: er is in deze sector veel ‘greenwashing’ oftewel het groener presenteren van de geleverde energie dan die écht is. Op de website van Greenpeace vind je een pagina waar de verschillende leveranciers in België een quotering krijgen in deze. De huidige ranking vind je hier: https://mijngroenestroom.be/#ranking

Ikzelf ben al twintig jaar klant bij Ecopower en ben daar zeer tevreden over.

Let wel: kernenergie is géén groene stroom. De discussie over kernenergie, die sommigen opnieuw willen voeren vanwege de lagere CO2 uitstoot van kernenergie vergeleken met fossiele brandstoffen, is eigenlijk een achterhoedegevecht. Wereldwijd is kernenergie ontegensprekelijk op weg naar de uitgang. Het aantal decomissioneringen of buitenwerkingstellingen van kerncentrales overtreft in élk land ter wereld veruit het aantal geplande nieuwe centrales. Bron: https://energypost.eu/nuclear-power-in-crisis-welcome-to-the-era-of-nuclear-decommissioning/

Kernenergie blijft een waanzinnig risico. Een kernramp heeft ook enkel een begin, geen einde, en zowel de kernramp in Tsernobyl als die in Fukushima zijn nog steeds in volle gang (in Tsernobyl bijvoorbeeld zijn elke dag nog steeds 5000 mensen in de weer om de ramp in omvang te blijven beperken). Statistisch gezien mogen we om de veertig à vijftig jaar een kernramp van die omvang verwachten, en elk van die rampen zal millennia aan opkuis en ‘containment’ vragen. Bovendien is kernenergie eigenlijk bijzonder primitief: het eigenlijke apparaat dat stroom genereert is nog steeds een stoomturbine, niet anders dan bij steenkool- of gasgestookte centrales. Zoals ik het een prof aan de UGent eens kernachtig hoorde uitdrukken: “kernenergie is een ouderwetse en gevaarlijke manier van water koken.”

Kernfusie (warm of koud) en ‘veilige kernenergie’ op basis van thorium zijn een beetje als het ‘reëel existerende socialisme’ in de vroegere Sovjet-Unie: altijd nét nog een paar decennia in de toekomst verwijderd. Indien kernfusie of thoriumreactoren ooit werkelijkheid worden, kunnen ze ook een ‘gamechanger’ zijn, maar ik zou er niet op wachten om massaal in te zetten op hernieuwbare energie. Niet alleen energie uit wind, zon en water, maar ook geothermale energie, getijdenenergie, enzovoorts zijn nagenoeg onbeperkte energiebronnen. We worden omringd door onvoorstelbare hoeveelheden energie, en we zijn nog maar net begonnen met het aanwenden daarvan. De opbrengst van zonnepanelen stijgt elk jaar exponentieel en zonne-energie is nu al goedkoper dan energie uit fossiele brandstof én kernenergie. De échte factuur van kernenergie zullen we trouwens pas over enkele decennia, eeuwen of zelfs millennia weten.

En over kernfusie gesproken: we hebben al een kernfusie-reactor: hij hangt elke dag gratis boven ons hoofd, de best denkbare. De hoeveelheid zonlicht die de aarde elke dag raakt is een (zeer groot) veelvoud van alle energie die we nodig hebben. Het is een beetje vreemd dat we zoveel tijd, energie en middelen investeren in een poging iets te reproduceren dat de natuur ons al geeft (wat een patroon is dat zich in vele domeinen van onze technologische ontwikkeling aftekent). Indien die middelen zouden gaan naar het beter capteren van de energie die elke dag onze kant uitkomt vanuit de prachtige fusiereactor boven onze hoofden, zouden we op dat vlak ook al veel verder staan.

We moeten wel heel goed opletten voor de ecologische impact van bepaalde ‘hernieuwbare’ energiebronnen. Vooral hydroelectriciteit (de energie gewonnen uit stuwdammen) is vaak zeer problematisch en heeft door onoordeelkundig inplanten van stuwdammen al enorme schade aangericht. Bovendien is hydroelectriciteit ironisch genoeg een grote bron van broeikasgassen, doordat het reservoirs vormt van rottend organisch materiaal op de bodem van stuwmeren. Deze biomassa op de bodem van stuwmeren is een aanzienlijke bron van methaan, een broeikasgas dat veel krachtiger en gevaarlijker is dan CO2.

Dus ook daar is veel goede informatie weer cruciaal: niet alles wat op het eerste zicht ‘hernieuwbaar’ lijkt, is dat ook echt. En ook een overschakeling naar hernieuwbare energie laat de vraag open of het wel mogelijk, wenselijk en nodig is dat we met z’n allen op deze manier met energie blijven omgaan, en of er geen heel andere energiehuishouding mogelijk zou zijn. Een vraag met ook weer verregaande implicaties.



8 Koop zo weinig mogelijk kledij, draag deze kledij zo lang mogelijk en was deze kledij zo weinig mogelijk.

De wereldwijde kledingindustrie is één van de grootste netto bronnen van CO2 uitstoot (meer dan alle wereldwijd vliegverkeer en maritiem transport samen) én wereldwijd een van de grootste verbruikers van een kostbare grondstof die steeds schaarser wordt: drinkbaar water.

Kies eerder voor minder kopen dan voor goedkoop kopen. Laat aan je producenten weten dat de ecologische en sociale kostprijs van hun producten een essentiëel element is bij jouw keuzes als consument.

“Hoe we met kleding omgaan creëert ook een gigantische afvalberg . De gemiddelde Amerikaan gooit naar schatting ongeveer 37 kg kleding per jaar weg. Wereldwijd wordt elk jaar naar schatting 92 miljoen ton textielafval geproduceerd en ongeveer 84 procent van de wereldwijd geproduceerde kleding belandt op stortplaatsen of in verbrandingsovens.

’Snelle mode’ heeft dit probleem exponentieel doen toenemen, waardoor er elke vijf minuten maar liefst 10.000 kledingstukken naar de vuilnisbelt worden gestuurd, wat overeenkomt met een waarde van 155 miljoen euro per jaar. ...Ook de hoeveelheid grondstoffen die wordt gebruikt om de items te produceren wordt op deze manier verspild.

Kledij is ook een bron van vervuiling door microplastics: bij het wassen van kleding komt elk jaar 500.000 ton microvezels vrij in de oceaan - het equivalent van 50 miljard plastic flessen.

Veel van die vezels zijn van polyester, een plastic dat in naar schatting 60% van de kledingstukken wordt aangetroffen. Bij de productie van polyester komt twee tot drie keer meer koolstofemissies vrij dan katoen, en polyester breekt niet af in de oceaan. Een rapport uit 2017 van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) schatte dat 35% van alle microplastics - zeer kleine stukjes plastic die nooit biologisch afbreekbaar zijn - in de oceaan afkomstig was van het witwassen van synthetisch textiel zoals polyester.

Er is ongeveer 700 liter water nodig om een katoenen overhemd te maken. Dat is genoeg water voor één persoon om drieënhalf jaar lang minstens acht kopjes per dag te drinken.

Er is ongeveer 2000 liter water nodig om een spijkerbroek te maken. Dat is meer dan genoeg voor één persoon om 10 jaar lang acht kopjes per dag te drinken.

Dat komt omdat zowel de spijkerbroek als het shirt gemaakt zijn van een zeer waterintensieve plant: katoen. In Oezbekistan bijvoorbeeld gebruikte de katoenteelt zoveel water uit het Aralmeer dat het na ongeveer 50 jaar opdroogde. Ooit een van de vier grootste meren ter wereld, is het Aralmeer nu niet meer dan woestijn en een paar kleine vijvers.

Mode veroorzaakt ook problemen met watervervuiling. Het verven van textiel is 's werelds op een na grootste vervuiler van water, aangezien het water dat overblijft van het verfproces vaak in sloten, beken of rivieren wordt gedumpt. Het verfproces gebruikt genoeg water om elk jaar 2 miljoen Olympische zwembaden te vullen. Al met al is de mode-industrie verantwoordelijk voor 20% van alle industriële watervervuiling wereldwijd.

Sommige kledingbedrijven beginnen deze trends tegen te gaan door zich aan te sluiten bij initiatieven om textielvervuiling te verminderen en katoen duurzamer te telen. In maart lanceerde de VN de Alliance for Sustainable Fashion, die de inspanningen van alle agentschappen zal coördineren om de industrie minder schadelijk te maken.” (Bron: https://www.businessinsider.nl/fast-fashion-environmental-impact-pollution-emissions-waste-water-2019-10?international=true&r=US )

Maar voor nu blijft de boodschap: koop zo weinig mogelijk kledij, was deze zo weinig mogelijk, en draag ze zolang mogelijk. Ikzelf heb voor herfst en winter twee paar jeans, niets meer. Ik koop skate-jeans omdat deze praktisch onverslijtbaar zijn (ontworpen voor intensief gebruik), en ik doe vele jaren met één paar. Ik doe ze pas weg als ze tot op de draad versleten zijn. Voor warme lentedagen en zomer heb ik eveneens twee paar lichte broeken van The North Face, met afritsbare broekspijpen. Deze zijn eveneens onverslijtbaar en ik gebruik ze al vele jaren. Verder heb ik nog één lichte zomerbroek van katoen en één waterdichte broek van The North Face voor wandelingen in de regen. Ik koop t-shirts van biokatoen, dat wordt geproduceerd met minder water dan gewoon katoen, en ik draag deze ook tot ze tot op de draad versleten zijn. Veel van mijn schoenen heb ik al 15 jaar en ze zijn nog prima!

Weerstaan aan de neiging tot weer een nieuwe look of weer een andere stijl, kan één van je grootste bijdragen aan een leefbare toekomst zijn!

Voor meer info: https://www.theguardian.com/sustainable-business/2014/oct/27/toxic-plastic-synthetic-microscopic-oceans-microbeads-microfibers-food-chain



9 Koop voor zover je budget het toelaat voedingswaren uit biologische landbouw, liefst kleinschalig en lokaal verankerd, met een zo kort mogelijke aanvoerlijn. Het aspect van de aanvoerlijnen is hierbij erg belangrijk: het is een absurd om wijn uit Australië over de halve wereld tot hier te transporteren als we geweldige wijn in overvloed hebben in Europa.

Klassieke landbouw is een vorm van chemische oorlogvoering tegen de planeet, een die mede aan de basis ligt van de massale uitstervingsgolf die onze planeet nu treft.

De gangbare opinie stelt dat we industriële landbouw met monocultuur en pesticiden nodig hebben om de wereld te voeden, en dat biologische landbouw een te kleine opbrengst zou hebben.

Niets is echter minder waar, en niet alleen kan kleinschalige, lokaal verankerde biologische landbouw perfect in de voedselbehoeften van de wereld voorzien, het kan ook de sleutel zijn tot het capteren van CO2. Regeneratieve landbouw zou in staat zijn om de volledige huidige CO2 uitstoot veroorzaakt door menselijke activiteit op te vangen en in de bodem op te slaan.

Enkele jaren geleden kwam een panel van honderden experts van de Verenigde Naties tot de conclusie dat de wereld dringend moet overschakelen van industriële monocultuur met gebruik van kunstmest en pesticiden naar kleinschalige biologische of regeneratieve landbouw.

Volgens het VN-rapport zijn er grote veranderingen nodig in onze voedsel-, landbouw- en handelssystemen, waarbij een verschuiving naar lokale kleinschalige boeren en voedselsystemen wordt aanbevolen.

“Diversiteit van boerderijen, vermindering van het gebruik van kunstmest en andere veranderingen zijn hard nodig volgens het rapport.

Het zei ook dat de wereldwijde handelsregels moeten worden hervormd om aan deze doelen te werken, wat helaas het tegenovergestelde is van wat megahandelovereenkomsten zoals het voorgestelde Trans Pacific Partnership (TPP) en het US-EU Trade and Investment Partnership (TTIP) willen bereiken.

Het Instituut merkte op dat deze lopende deals "in de eerste plaats bedoeld zijn om de greep van multinationale ondernemingen en financiële firma's op de wereldeconomie te versterken ..." in plaats van de dringende noodzaak van een verschuiving in de landbouw, beschreven in het nieuwe rapport, te weerspiegelen.”

“Zelfs de wereldwijde veiligheid kan volgens het rapport op het spel staan, aangezien de voedselprijzen (en speculaties op de voedselprijzen) blijven stijgen.

"Dit impliceert een snelle en significante verschuiving van conventionele, op monocultuur gebaseerde en hoge externe input-afhankelijke industriële productie naar mozaïeken van duurzame, regeneratieve productiesystemen die ook de productiviteit van kleinschalige boeren aanzienlijk verbeteren", concludeert het rapport.”

Je kan een artikel over dit rapport lezen op deze pagina van de website van de VN:

https://news.un.org/en/story/2018/09/1019552

Dit rapport kreeg amper aandacht in de mainstream pers, zoals zoveel nieuws dat niet strookt met ons dominante paradigma. Conventionele landbouw is wereldwijd een gigantische business waarin enkele spelers macht over leven en dood hebben, én een bijzonder machtige lobby die regeringen wereldwijd in een stevige greep houdt. Maar conventionele agro-business is ook één van de grootste bronnen van CO2 emissies, en vernietigt op grote schaal biodiversiteit en habitat van planten, insecten en dieren.

Monocultuur is volstrekt onnatuurlijk en een permanente chemische oorlogvoering tegen de planeet, waarvan insecten het grootste slachtoffer zijn. We zijn goed op weg om onze bestuivende insecten, in de eerste plaats de honingbij, uit te roeien. Bestuivende insecten zijn essentieel voor zowat 35 procent van onze voedselproductie. Driekwart van 's werelds bloeiende planten is afhankelijk van dierlijke bestuivers om zich voort te planten. Meer dan 3.500 soorten inheemse bijen helpen de oogstopbrengsten te verhogen.

Het wijdverbreide gebruik van pesticiden, vooral de neonictinoïden, is verantwoordelijk voor een massale sterfte van bijen, en brengt daarmee ook onze voedselproductie zélf in gevaar. Pogingen om deze producten te verbieden stuiten wereldwijd op sterk verzet van de machtige lobby’s van producenten als Monsanto en Bayer.

Insecten zijn een essentiële schakel in àlle ecosystemen op land en in de lucht, en vormen de basis van veel voedselketens. Op veel plaatsen is tot 90% afname van biomassa van insecten geregistreerd. Dat is een ramp die niet kan overschat worden, en een even dringend probleem als de klimaatcrisis.

Kies dus voor de toekomst: biologisch, en dan het liefst uit kleinschalige, lokaal verankerde, biologische of regeneratieve landbouw indien je kan. En let op het land van oorsprong van wat je koopt. Ikzelf koop geen voedingswaren meer die van de andere kant van de wereld komen als hetzelfde evengoed hier wordt geproduceerd, zoals wijn of appelen. Het is een beetje krankzinnig dat in de supermarkt om de hoek appelen uit Nieuw-Zeeland worden aangeboden, naast appelen uit België. Of dat in een andere supermarkt sladressing wordt verkocht die gemaakt is in de staat Ohio in de VS . Maken we hier geen sladressing soms? Of is die van Ohio zo onvergelijkbaar en onmisbaar veel beter?

Transport is een grote vervuiler, dus consumeer in de mate van het mogelijke op een manier die minder transport noodzakelijk maakt.



10 Dit punt kan evengoed ook op nummer één staan: als je kinderen hebt, geef ze de ruimte om op te groeien tot zelfstandige, vrije, gelukkige, evenwichtige volwassenen, die kritisch kunnen nadenken, goed kunnen communiceren, in nauw contact staan met hun gevoel, onafhankelijke keuzes kunnen maken, niet bang zijn om de gebaande paden te verlaten, niet in de eerste plaats bekommerd zijn om verwerven van bezit of sociale status, tolerant en open zijn voor verschillende standpunten, oude waarheden en paradigma’s in vraag kunnen en durven stellen, empathisch en sociaalvoelend zijn, en die doordrongen zijn van de onderlinge verbondenheid van alles én zich sterk bewust van hun band met hun leefwereld.

De meeste problemen waar we mee geconfronteerd worden als soort, vinden hun oorsprong in ons hoofd, in ons hart, in ons bewustzijn. Met de aarde is er niets mis: alles was en is aanwezig om het aards paradijs te creëren voor elk levende mens. Waarom we daar niet in slagen na honderdduizenden jaren van ontwikkeling, ligt geheel en al aan onszelf, en dan vooral aan onze eigen onwetendheid, onze angst, ons gebrek aan zelfkennis, ons gebrek aan liefde, onze neiging tot gemakzucht en luiheid (Amerikaans auteur en psychiater Scott Peck noemt luiheid het grootste probleem van de mens en ik ben geneigd het met hem eens te zijn).

En maak je niet teveel zorgen over overbevolking, en laat die zorg je er zeker niet van weerhouden om kinderen op de wereld te zetten. Geboortecijfers zijn spectaculair aan het dalen over de hele wereld en de meest recente projecties gaan uit van een enorme daling van de wereldbevolking tegen het einde van de eeuw, en in 23 landen zelfs een halvering van de bevolking. Op zich heel goed nieuws voor de planeet, maar dat proces zal natuurlijk ook heel wat problemen met zich mee brengen in de overgangsfase tot de wereldbevolking zich stabiliseert op een nieuw niveau. Het zal nodig zijn alles te herdenken, van sociale zekerheid en pensioen tot gezondheidszorg en migratie.

Je vind meer info over dit fenomeen hier: https://www.bbc.com/news/health-53409521

Maar overbevolking is niet de eerste oorzaak van onze huidige dramatische situatie, hoewel het natuurlijk niet helpt.

De ‘schuld’ schuiven op overbevolking, en dan vooral in ontwikkelende landen en Afrika in het bijzonder, is ook een vorm van afwentelen van verantwoordelijkheid: het overgrote deel van de problemen wordt veroorzaakt door de Westerse industrielanden, terwijl de landen waar de bevolking momenteel het snelste groeit, slechts een beperkt aandeel hebben in de uitstoot van broeikasgassen.

Ook het kappen van tropisch regenwoud gebeurt vooral voor productie van exportgoederen: soya voor veevoeder voor westerse veehouderijbedrijven, en palmolie voor de transnationale voedingsindustrie (Unilever, Nestlé, et al). Deze export is dan weer nodig om aan harde deviezen te geraken voor het afbetalen van (niet afbetaalbare) schulden aan diezelfde industrielanden. Met andere woorden: wij zetten veel landen bijna het mes op de keel om hun laatste regenwouden te kappen.

Indien iedereen op aarde zou leven als de gemiddelde Sierra-Leonees, zou de planeet zo’n 18 miljard mensen kunnen ‘verdragen’. Indien iedereen zou leven als de gemiddelde Europeaan of Amerikaan, slechts zo’n 1,5 miljard.

Los van het feit of een bevolking van 18 miljard mensen voor de planeet een goede zaak zou zijn, is het dus niet nodig om ons huidig probleem af te schuiven op de ‘onverantwoorde’ bevolkingsgroei in de ontwikkelende landen. We moeten eerst en vooral naar onze eigen industrie, landbouw, energiepolitiek, transport en persoonlijke consumptiepatronen kijken.

En de biosfeer- crisis moet er ons dus zeker niet van weerhouden om kinderen op de wereld te zetten, hoewel we ook zeker niet moeten proberen om de daling van de wereldbevolking tegen te gaan door heel veel kinderen op de wereld te zetten om die daling te compenseren.

Door vrije en gelukkige individuen in de wereld te brengen, leveren we een fantastische bijdrage aan de toekomstige samenleving, en vergroten de kansen van die toekomstige samenlevingen om de teloorgang van onze planeet te keren en een nieuwe balans te vinden met onze habitat en de andere levende wezens met wie we deze planeet delen.



Tot slot zal ik nog de individuele keuzes delen die ikzelf de afgelopen 20 jaar heb gemaakt om mijn impact op mijn leefwereld te beperken.

Misschien kan het iemand van jullie inspireren om gelijkaardige keuzes te maken. Mogelijk (waarschijnlijk) zijn er onder jullie ook mensen die veel verregaandere keuzes hebben gemaakt of ook keuzes hebben gemaakt die bij mij nog niet zijn opgekomen. Ik leer ook elke dag bij over dit alles, en mijn gedrag evolueert ook nog voortdurend.

Ik claim ook absoluut geen perfectie in deze, en ga mezelf niet op de borst kloppen: ook mijn keuzes laten soms nog heel wat te wensen over, en ik zal uit gemakzucht nog wel eens kiezen voor iets dat niet echt ‘planeetvriendelijk’ is. Ik heb nog steeds een auto en een motorfiets, en ik zal nog wel eens het vliegtuig nemen. Ik kies nog wel eens voor voedingswaren in ‘single use plastics’.

Ook weet ik dat mijn ecologische voetafdruk mijn hele leven te groot zal zijn, wat ik ook maar doe. Onze ecologische voetafdruk in balans brengen met die van andere werelddelen en in harmonie met wat de planeet aankan, is iets dat vele generaties zal vragen.

Maar we kunnen al heel wat doen om onze C02 afdruk te verkleinen, en dat brengt vanzelfsprekend met zich mee dat onze gehele ecologische voetafdruk al wat kleiner wordt.

Dit zijn de belangrijkste keuzes die ik de afgelopen 20 jaar in deze heb gemaakt:



• Zeventien jaar geleden hebben we ons huis geïsoleerd, hoog-isolerend glas geplaatst, en een hoogrendementsketel op aardgas geïnstalleerd die gekoppeld is aan een zonneboiler. Deze zonneboiler levert op jaarbasis ongeveer de helft van ons sanitair warm water.

• Eveneens zo’n zeventien jaar geleden zijn we overgeschakeld op een leverancier van 100% groene stroom.

• Ik ben gedurende tien jaar gaan werken met de trein. Toen dat onmogelijk werd vanwege een veranderd werkschema en een veranderd treinschema, heb ik op mijn dagelijkse autorit van huis naar mijn werk mijn snelheid op de autostrade steeds beperkt tot negentig of honderd kilometer per uur. Het verschil in brandstofverbruik (en dus CO2 uitstoot) is enorm: bij negentig kilometer per uur verbruikt mijn auto veertig tot vijftig procent minder brandstof dan bij honderdtwintig kilometer per uur. Nu ik dit gedurende vijftien jaar heb volgehouden, meen ik een vermindering van mijn CO2 uitstoot bij woon-werk verkeer van toch wel zo’n tachtig procent gerealiseerd te hebben. Temeer omdat ik het aantal wekelijkse ritten van en naar het werk van tien naar vier heb kunnen terugbrengen. Op dit moment houd ik me niet meer altijd aan de snelheidsbeperking bij woon-werkverkeer omdat mijn schema wat krapper is geworden en omdat mijn nieuwe auto veel zuiniger is bij hogere snelheden, maar bij andere verplaatsingen per auto houdt ik me meestal nog aan de ‘honderd per uur’ regel. Ook op mijn motor houd ik me niet aan deze beperking, omdat het op een motor erg gevaarlijk is om trager te rijden dan de verkeersstroom. (Ik rijd op een motor om redenen die belangrijk genoeg zijn voor mij om dat te doen, maar ik hoop volgend jaar op een electrische te kunnen overschakelen. Voorlopig leg ik maar zeer weinig kilometers af)

• Al vele jaren lang heb ik mijn consumptie van vlees sterk beperkt. Rundvlees, iets wat ik sowieso zeer weinig at, heb ik zo’n anderhalf jaar geleden definitief van het menu geschrapt. Als ik de afgelopen jaren nog vlees at, was het meestal kip of vis.

• Sinds maart van dit jaar ben ik vegetariër (of eerder:‘pescotariër’) geworden: ik eet geen vlees meer, enkel nog bepaalde soorten vis, waarbij ik erop let dat deze vis op een duurzame manier gevangen of gekweekt is. Ik consumeer ook maar weinig melk, eieren en kaas, zodat ik zowat de helft van de tijd al veganistisch eet. Als ik nog zuivel eet, dan enkel uit de biologische landbouw.

• Zo ongeveer twee jaar geleden ben ik erop beginnen letten om geen voedingsmiddelen meer te kopen die van de andere kant van de wereld komen, als er een gelijkaardig product hier in Europa gemaakt wordt. Zo koop ik geen wijn meer uit Australië of Zuid-Amerika, of appelen uit Nieuw-Zeeland.

• Ik heb mijn voornemen hernieuwd om voor verplaatsingen binnen Europa geen gebruik meer te maken van het vliegtuig, als ik via grondtransport op deze bestemming kan geraken (ook niet als dat betekent dat de reis veel duurder zal uitvallen). Ik ben nooit een frequent flyer geweest, maar zoals veel mensen bezweek ik de laatste jaren wel eens voor een spotgoedkope vlucht naar de Biënnale van Venetië bijvoorbeeld. Wij zijn een internationaal gezin - mijn vrouw is afkomstig uit Hongarije, op twee dagreizen per auto van hier - en het zal waarschijnlijk nog wel eens noodzakelijk zijn om het vliegtuig te nemen omwille van familiale redenen. Maar ik zal dat ten zeerste proberen vermijden. Voor verplaatsingen naar Hongarije zal ik indien mogelijk ook weer gebruik maken van de nachttrein, zoals mijn vrouw Agnes en ik lang geleden heel vaak deden. Ik zal mogelijk nog wel eens het vliegtuig nemen naar andere bestemmingen buiten Europa, indien de redenen om naar die bestemming te gaan belangrijk genoeg zijn en er geen andere optie is. Ik ga het reizen per vliegtuig dus niet helemaal afzweren, maar wel zoveel mogelijk beperken, en ik zal slechts na zorgvuldig afwegen nog een vliegtuig nemen.

• Ik beperk al vele jaren mijn aankopen van kledij tot een minimum. Ikzelf heb voor herfst en winter twee paar jeans, niets meer. Ik koop skate-jeans omdat deze praktisch onverslijtbaar zijn (ontworpen voor intensief gebruik), en ik doe vele jaren met één paar. Ik doe ze pas weg als ze tot op de draad versleten zijn. Voor warme lentedagen en zomer heb ik eveneens twee paar lichte broeken van The North Face, met afritsbare broekspijpen. Deze zijn eveneens onverslijtbaar en ik gebruik ze al vele jaren. Verder heb ik nog één lichte zomerbroek van katoen en één waterdichte broek van The North Face voor wandelingen in de regen. Ik koop t-shirts van biokatoen, dat wordt geproduceerd met minder water dan gewoon katoen, en ik draag deze ook tot ze tot op de draad versleten zijn. Veel van mijn schoenen heb ik al 15 jaar en ze zijn nog prima!

• Ik koop al vele jaren bijna uitsluitend biologische voeding. Om het betaalbaar te houden, zal ik dat nog wel vooral doen in supermarkten als Albert Heyn en Colruyt, niet de beste optie (dat is kleinschalige lokaal verankerde landbouw, de bioboer in de buurt dus) maar beter dan gewone voedingswaren uit diezelfde supermarkten.

• Ik beperk al vele jaren mijn consumptie van zowat alles, gaande van electronica tot boeken tot gebruiksvoorwerpen allerhande. Mijn vorige laptop was elf jaar oud toen ik hem een jaartje geleden heb vervangen. Ik heb een tweedehands smartphone die nu al bijna vijf jaar meegaat. Ik koop nooit cd’s of dvd’s en maar zelden nog boeken. De electronica die ik koop, dient meestal voor mijn artistieke projecten of voor mijn werk. Ik heb wel een nieuwe auto, wat niet onbelangrijk is voor de verplaatsingen naar het thuisland van mijn vrouw Agnes en weer terug. Ik heb eveneens een motor, waarmee ik momenteel maar zeer weinig kilometers afleg. Ik blijf er vooral op rijden als oefening: bij één van mijn toekomstige fotografische projecten omtrent de klimaatcrisis wil ik gebruik maken van een elektrische motor om me te verplaatsen in Europa. Ik hoop dan ook binnen een jaar te kunnen overschakelen op een elektrische motor.

Er zijn waarschijnlijk zo nog wel een paar zaken waar ik nu niet aan denk, maar dit zullen de belangrijkste keuzes geweest zijn die ik de afgelopen twee decennia heb gemaakt om mijn relatie met en impact op de planeet te veranderen.

Ik zie mezelf allerminst als een rolmodel in deze, en toen ik de ‘ecologische-voetafdruk test’ van Babette Porcelein nam, bleek dat als iedereen op aarde zou leven zoals ik er nog steeds dertig aardes zouden nodig zijn om alle nu levende mensen zo’n levenstandaard te kunnen bieden.

Dit testresultaat dateert wel van voor ik het eten van vlees helemaal heb opgegeven, mogelijk zou ik nu alweer een stuk beter scoren. Maar het lijdt geen twijfel dat ook na mijn keuze om vlees van het menu te schrappen, mijn ecologische voetafdruk te groot blijft.

Indien jij al meer en betere keuzes hebt kunnen maken, hoor ik dat graag. Indien je nog niet zo ver bent, kan één van bovengenoemde keuzes voor jou misschien ook een mogelijkheid lijken.

Maar zoals ik in het eerste deel van dit essay heb aangegeven, ben ik van mening dat het meewerken aan het snel tot stand komen van een zeer sterk maatschappelijk draagvlak voor ingrijpende en snelle sociale en economische veranderingen de grootste bijdrage die eenieder van ons kan leveren aan een snelle transitie naar een andere samenleving.

Maar persoonlijke keuzes en gedragsverandering zijn hier onlosmakelijk mee verbonden, reden waarom ik iedereen dan ook van harte uitnodig om mee te denken over alle mogelijke manieren waarop we kunnen meewerken aan de grote omwentelingen waar we voor staan.

Men zegge het voort.



Comments


bottom of page