Foto: Filip Van Kerckhoven
Vorige keer had ik het over dankbaarheid, en hoe het voor mij een dagelijkse ‘oefening’ is geworden om meermaal daags een moment van bewuste dankbaarheid in te lassen. ’s Ochtends, ’s avonds, maar ook op verschillende momenten tijdens de dag.
Dat is allesbehalve moeilijk maar toch vroeg het aanvankelijk enige ‘inspanning’, vooral dan om het niet te vergeten.
We zijn zò gewend om in een soort tunnelvisie doorheen de dag te snellen, van taak naar opdracht naar activiteit, dat de tijd nemen voor iets als een dankbaarheids-meditatie niet altijd evident is. Maar het is zoals met leren tanden poetsen: eens je de gewoonte hebt, voelt het niet prettig om het nièt te doen. En dus is het nu een vaste dagdagelijks onderdeel van mijn dag, om meerdere keren per dag bewust dankbaar te zijn en daar bij stil te staan.
Maar nu heb ik een dimensie toegevoegd aan deze dagelijkse dankbaarheids-rituelen, en ik ontdek dat die toevoeging weer enige ‘moeite’ kost. Elke nieuwe gewoonte vraagt blijkbaar toch weer zo’n bewuste ‘inspanning’, alvorens die gewoonte haar eigen leven gaat leiden en haar eigen energie krijgt.
Ik ben me de afgelopen maanden meer en meer beginnen realiseren dat we geen rituelen van dankbaarheid meer hebben voor onze dagelijkse voeding, ons ‘dagelijks brood’.
En dat begon me echt dwars te zitten.
Van al die dingen die we als vanzelfsprekend aanzien, is ons voedsel misschien wel datgene waarvoor we elke dag weer opnieuw het dankbaarst zouden kunnen zijn.
Talloze generaties lang was het voor de meeste mensen de gewoonte om voor de maaltijd een gebed te zeggen, en dank uit te spreken voor dat ‘dagelijkse brood’.
Maar die gewoonte lijkt me zo goed als uitgestorven in onze samenleving. Ik kan me niet herinneren ooit ergens te gast geweest te zijn voor een maaltijd, waarbij die maaltijd werd voorafgegaan door enige vorm van uitgesproken dankbaarheid, of door een gebed.
De notie zelf lijkt meteen nogal weerstand op te roepen voor veel mensen, alsof het idee op zich al een soort oneerbaar voorstel is.
Veel van die weerstand is mogelijk nog terug te voeren op ons collectief trauma inzake religie, religieuze indoctrinatie en eeuwenlange gedwongen conformering aan rituelen die nu als onecht en zelfs schadelijk worden gezien. We zijn in dat opzicht een beetje als kinderen die erachter komen dat Sinterklaas niet echt bestaat, en die zichzelf boos hebben voorgenomen om nooit nog iets te geloven.
Ook in ons eigen gezin is het nooit een gewoonte geweest, hoewel ik durf te stellen dat we op veel vlakken wél veel stappen gezet hebben om bewust te leven, aandacht te hebben voor alle bijzondere dingen die ons gegund worden, en dankbaar te zijn.
Daar probeer ik nu alvast voor mezelf verandering in te brengen.
Ik heb me voorgenomen om vòòr elke maaltijd een soort ‘gebed’ uit te spreken, een uitdrukkelijke dank voor het voedsel dat voor mij staat. Het woord ‘gebed’ moet je helemaal los zien van de mogelijke dogmatisch-religieuze associaties die je daar bij kan hebben, vooral als je geen gunstige ervaringen hebt met religie in de traditionele zin. Zie het woord ‘gebed’ eerder als een meditatie met een bepaald soort energie, en met bewustzijn van alles wat ons overstijgt.
En ik heb me voorgenomen om bij deze dankzegging ook te bewust te denken aan al de mensen die ervoor gezorgd hebben dat dit voedsel op mijn bord is kunnen terechtkomen.
Ik betrek bij mijn dank ook de dankbaarheid voor de hele natuurlijke wereld die alles voortbrengt wat we eten, de miljoenen jaren evolutie die elk van de planten die op mijn bord liggen (ik ben vegan) hebben nodig gehad om te evolueren tot hun wezen en rijkdom, en de miraculeuze en ongelofelijke verscheidenheid aan planten en aan leven op deze planeet van ons. En mijn ‘gebed’ strekt zich dan ook uit naar dat hele Universum dat planeten zoals de Aarde voortbrengt, planeten die zo geschikt zijn voor zo’n wonderlijke variaties op het thema ‘leven’ als de onze.
Ik ben blij dat ik er eindelijk toe gekomen ben om dat ritueel van dank te integreren in het dagelijkse leven, en het verandert al hoe ik omga met voedsel, met de maaltijden, met het bewustzijn omtrent die rijkdom die we zo vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Ik voel me veel bewuster worden van wàt ik eet, hoe wonderlijk die dingen zijn, en hoe ze zo genereus worden voortgebracht door onze biosfeer. Ik ga meer letten op smaak en textuur van al die verschillende dingen op mijn bord, en hoe wonderlijk het wel is dat er zòveel dingen bestaan op deze planeet die zò lekker zijn. En door daar bewust bij stil te staal, bij elke maaltijd, eerder dan alles haastig naar binnen te schrokken zoals ik vroeger vaak deed, verandert heel de ervaring van de maaltijd. De dankbaarheid verandert de ervaring zélf dus ook ingrijpend.
Het blijft ‘work in progress’, en er zijn nog altijd momenten dat ik die dankbaarheids-meditatie voor de maaltijd vergeet, of dat ik toch weer gehaast en onaandachtig het voedsel naar binnen werk, amper ervarend met wat voor rijkdom aan smaak en textuur ik weer verwend wordt.
En ik zou graag een manier vinden om dat ook bij maaltijden met familie of vrienden te introduceren, maar dat schrikt me nog wat af. Ik wil zoeken naar een manier, een energie, een soort ritueel, dat de mogelijke weerstand tegen gedeelde intimiteit van dankbaarheid zou kunnen doen wijken voor een openheid naar een nieuwe (en oude) vorm van kwetsbaarheid. Want dankbaar zijn ‘en plein public’ vraagt om enige kwetsbaarheid en het tenminste deels afleggen van ons ‘pantser’ van cynisme of schijnbare onverschilligheid.
Ik wil graag leren om ‘in groep’ dankbaar te zijn, zoals dat vroeger, zo vermoed ik, toch meer geïntegreerd was in het dagelijkse leven.
En die dankbaarheid is dus een zelfversterkend fenomeen, zoals ik vorige keer al aangaf. Door bewust dankbaar te zijn, worden we ons steeds meer bewust van hoeveel er wel is om dankbaar voor te zijn, wat dan weer meer dankbaarheid meebrengt, enzovoort. Het is een vicieuze cirkel naar steeds meer welzijn en geluk, want ondanks de ellende en de problemen in onze wereld, blijft er ontzettend veel om dankbaar voor te zijn, elke dag weer. Ik kan het dus van harte aanbevelen als dagelijkse ‘oefening’!
Bedankt voor het lezen, en tot de volgende aflevering,
Het ga jullie goed,
Filip
Wijngaard en velden in provincie Somogy, Hongarije. Foto: Filip Van Kerckhoven