(Oorspronkelijk gepost op Facebook op 19 augustus 2020)
Gisteren kwam mijnheer Zoli langs.
Mijnheer Zoli is de tachtig voorbij, en heeft zijn hele leven oude traditionele lemen huizen zoals het onze hersteld óf er nieuwe gebouwd.
Coronagewijs hebben we niet geknuffeld (gelukkig is Covid-19 tot nu toe een zeldzaam fenomeen geweest in deze streek, en lijkt de hele pandemie van hier uit gezien vaak een beetje een onwerkelijk verhaal), en mijnheer Zoli kwam trouwens vooral om de buitenkant van ons huis te bekijken.
Hij is meester in de eeuwenoude technieken van lemen woningbouw, een kennis die sinds mensenheugenis wordt doorgegeven van generatie op generatie.
Hij was zo vriendelijk ons raad te geven inzake onderhoud en herstel van ons 120 jaar oude huis.
Huizen als deze zijn gebouwd met leem, stro, paardehaar, hout en handgemaakte dakpannen. Meer kwam er niet aan te pas. De leem werd vaak gewonnen op het terrein van de woning zelf.
Als huizen als deze afgebroken moesten worden, verwijderden de dorpelingen gewoon het dak en de deuren en ramen, en uiteindelijk smolt het huis terug in de grond waar het uit kwam.
Deze huizen zijn als levende wezens: ze ademen, bewegen, en vragen om aandacht en zorg.
Het is een voorrecht om mee zorg te mogen dragen voor deze oude aanwezigheid, die helemaal niet ‘primitief’ is, integendeel.
Dit huis is veel beter bestand tegen de elementen dan veel moderne woningen, is energiezuinig, biedt natuurlijk airco door ademende muren die tot tachtig centimeter dik zijn, en blijft kurkdroog binnen in eender welk seizoen.
En we kunnen eindeloos veel leren van deze oude manier van bouwen in harmonie met natuur en omgeving.