Mijn openluchtkantoor onder de notenboom in onze tuin in Hongarije, waar ik elke ochtend werk en schrijf.
Het blijft bijna heel de dag aangenaam toeven onder deze boom, ook bij temperaturen van 35 graden in de zon. Weer een bevestiging van de natuurlijke airco-eigenschappen van bomen.
’s Avonds voelen we de koelte neerdalen vanuit het bos, doorheen heel de tuin tot bij het huis.
Ook water: zodra de zon onder is, geeft het bos waterdamp vrij en na een korte tijd is het gras overal in de tuin nat. Dat is nodig ook want zoals heel Europa (of liever gezegd, heel de wereld) kampt Hongarije ook met ernstige droogte en toenemende frequentie van hittegolven.
Dit weekend gaan we hier de veertig graden halen, benieuwd of de boom-airco van mijn kantoor dan nog voldoende zal zijn.
Moet het nog gezegd: méér bomen! Overal! En dan échte bossen, geen boomplantages. Uit onderzoek is al herhaaldelijk gebleken dat échte bossen niet alleen levende super-organismen zijn die meer zijn dan de optelsom van de delen, ze hebben ook een véél sterker afkoelend effect op hun omgeving dan boomplantages (nog los van het feit dat ze oneindig veel meer soorten leven herbergen dan boomplantages).
Bomen trekken ook water aan. We denken over het algemeen dat bomen groeien waar het regent, maar het is eerder andersom: het regent waar er bomen zijn. Door dat fenomeen dat de ‘biotic pump’ wordt genoemd, kan het regenen in gebieden die ver van de kustlijnen gelegen zijn. Zonder bomen zou regen maar zo’n vijf of zeshonderd kilometer landinwaarts kunnen voorkomen.
In het Amazonewoud is er een waarneembaar rechtstreeks verband tussen de mate van ontbossing in het woud en de toenemende droogte daar. Hoe minder bomen, hoe minder regen, hoe kwetsbaar de overblijvende bomen worden. Op een gegeven moment kan het woud niet meer regenereren en stort het ecosysteem in elkaar. In het Amazonewoud is dat punt héél dichtbij. Volgens sommigen is dat kantelpunt al overschreden en zal het Amazonewoud een savanne worden.
Moet het nog gezegd: bomen zijn essentiëel voor de capaciteit van onze biosfeer om de omstandigheden waarin leven kan gedijen in stand te houden.
En natuurlijk zijn niet alleen bomen essentieel, heel het weefsel van leven op onze planeet is essentieel voor het bewaren van... leven. Zowat alle leven heeft invloed op het klimaat. Algen, bacteriën, insecten, vissen, kleine en grote zoogdieren, walvissen, noem maar op. Alle zijn ze verbonden in een ongelofelijk complex weefsel dat de planeet helpt in homeostase of evenwicht te blijven, en een leefbare temperatuur te behouden. Hoe meer ik daarover leer, hoe verbaasder ik wordt over de wonderlijke magie die daarin schuilt, en de perfectie van de evenwichten die over miljoenen jaren heen gegroeid zijn. In bepaalde gebieden van de wereld zou er zonder bepaalde bacteriën in de lucht geen regen kunnen vallen. Walvissen zorgen door hun niet aflatende bewegingen voor een sterk ‘dooreenroeren’ van waterlagen, die dan weer een invloed hebben op grote zeestromingen en het verspreiden van algen en nutriënten doorheen de oceanen. Kelpwouden nemen meer koolstof op dan regenwouden, en vormen een habitat voor talloze soorten leven die op hun beurt weer hun prachtige rol spelen in het geheel. Enzovoort enzoverder. Letterlijk àlle leven speelt een rol in het super-organisme waar wij òòk deel van uitmaken, onze biosfeer.
Daarom heeft het maar weinig zin om het enkel over een reductie van broeikasgassen te hebben, hoe verschrikkelijk broodnodig die ook is. Zolang we daarnaast verdergaan met het uitroeien van de insecten, zolang we de laatste regenwouden blijven platgooien om plaats te maken voor palmolie plantages, zolang we elke morzel natuur onder asfalt blijven begraven in naam van ‘economische groei’, zolang we de zeeën aan sneltreintempo blijven leegvissen, zolang we overblijvende natuurgebieden opofferen voor mijnbouw, zolang zal ons klimaat verder uit balans blijven gaan.
Meer daarover kun je lezen in mijn essay ‘Laten we niet meer praten over de klimaatcrisis’ op deze site.
Comments